14
15
16
17
18
19
naaivoetstand bij naaldstop-positie onder
⦁
druk op het «naaivoetstand»-veld
►
als het veld 14 is geactiveerd, blijft de naaivoet, als de naaicomputer wordt
stopgezet, omlaag
►
als het veld 15 is geactiveerd, wordt de naaivoet zover omhooggezet, dat
het naaiwerk goed kan worden gedraaid (zweefpositie)
►
als het veld 16 is geactiveerd, wordt de naaivoet in de hoogste stand gezet
«achteruit»-toets programmeren
⦁
druk op het «achteruit-toets»-veld
►
als het veld 17 is geactiveerd, naait de naaicomputer, als op de «achteruit»-
toets wordt gedrukt, permanent achteruit
►
als het veld 18 is geactiveerd,naait de naaicomputer, als op de «achteruit»-
toets wordt gedrukt, steeksgewijs achteruit
«afhecht»-toets programmeren
⦁
druk op het «afhecht-toets»-veld
Het aantal en de soort afhechtsteken op de «afhecht»-toets kunnen worden
geprogrammeerd.
►
standaard = vier afhechtsteken op dezelfde plaats
⦁
druk op het veld 19, voor afhechtsteken vooruit
⦁
met de «+»/«-»-velden kunnen steeds twee tot zes afhechtsteken worden
geprogrammeerd
033804.52.05_2014-02_Manual_B780_NL
Setup-programma
47