4. RENDEMENTSGEGEVENS
4.1 Waterzijdig rendement
Tot 91,3% t.o.v Hi (82,2% t.o.v. Hs) bij vollast en tot
96,7% t.o.v. Hi (87,0% t.o.v. Hs) bij deellast.
Gem. watertemperatuur 70°C (80/60°C).
5. TOEPASSINGSGEGEVENS
5.1 Algemeen
De ketel is toe te passen in ketelhuizen zowel in nieuw-
bouw als in bestaande bouw en daar waar, door de con-
struktie van het verbrandingsgasafvoersysteem en de
ketelafmetingen, het plaatsen van een compacte ketel
noodzakelijk is.
5.2 Warmwateruitvoering
5.2.1 Watertemperatuur
Warmwater tot 110°C. De maximale bedrijfstemperatuur
bedraagt 95°C. De minimaal toegestane retourwatertem-
peratuur bedraagt zowel voor gas- als voor oliegestookte
ketels 45°C, bij een waterdoorstroming overeenkomend
met een Æt van 20°C bij een nominale belasting.
5.2.2 Waterdruk
De ketel is toepasbaar voor open en gesloten warmwa-
terinstallaties tot een maximale bedrijfsdruk van 6,0 bar
en een minimale bedrijfsdruk van 0,8 mbar. Dak- of
kelderopstelling van de ketel is zonder bezwaar mogelijk.
5.2.3 Watercirkulatie
De minimale watercirculatie door de ketel volgt uit de
formule:
nominaal vermogen (kW) = ...m
70
Met deze circulatie wordt voorkomen, dat b.v. bij dichtlo-
pen van installatiemengkleppen op het moment dat de
ketel in bedrijf is, de maximaalthermostaat wordt aange-
sproken.
De nominale watercirculatie door de ketel (Æt=20) volgt
uit de formule:
nominaal vermogen (kW) = ...m
23
5.2.4 Waterbehandeling
Waterbehandeling is onder normale omstandigheden
niet vereist (zie onze publikatie "Waterkwaliteits-
voorschrift").
4.2 Stooktechnisch rendement
Tot 91,8% t.o.v. Hi (82,6% t.o.v. Hs) bij vollast en 97,9%
t.o.v. Hi (88,1% t.o.v. Hs) bij deellast.
5.3 Economisers
Op aanvraag kan voor de remeha P 300 een economiser
geleverd worden (condenserende rookgaskoeler ECO).
Met deze ECO kan voelbare warmte (temperatuur-
verlaging) en latente warmte (condensatie) uit de rook-
gassen gerecupereerd worden, waardoor het gebruiks-
rendement aanzienlijk verhoogd wordt. De ECO kan
alleen toegepast worden voor gasgestookte branders.
Een aanpassing van het brandertype kan noodzakelijk
zijn. Voor specifikatie zie Technische Informatie ECO
13/14/15.
5.4 Low NOx uitvoering
Zowel de Clysan als de Monarch gasbranders voor de
remeha P 300 ketels voldoen aan de in het "Besluit type-
keuring verwarmingstoestellen luchtverontreiniging stik-
stofoxyden" gestelde eisen. Voor ventilatorbranders
betekent dit een NOx-uitstoot van minder dan 103
mg/kWh (< 60 ppm bij O
Van Clysan zijn naast de standaard branders ook de
zogenaamde RC-branders leverbaar, waarbij de lage
NOx-uitstoot wordt verkregen door rookgasrecirculatie
vanuit de tweede trek van de ketel. De Clysan RC-bran-
ders worden geleverd inklusief geïsoleerde rookgasrecir-
3
/h
culatieleiding, die op de daarvoor bestemde aansluiting
op de frontdeur van de ketel wordt aangesloten.
De NOx-uitstoot daalt hierdoor naar < 70 mg/kWh (< 40
ppm bij O
Deze zelfde uitstoot wordt ook met de Monarch NA-gas-
branders verkregen, die volgens het zogenaamde
getrapte verbrandingsprincipe werken.
Door de verbranding in twee fasen te laten plaatsvinden,
nl. een onderstoichiometrische eerste en een overstoi-
chiometrische tweede bij lagere vlamtemperatuur, wordt
3
/h
in dit geval deze lage NOx-uitstoot bereikt.
De gasunits met zowel de Clysan RC-, als de Monarch
NA-branders, zijn in het bezit van het gaskeur SV.
Raadpleeg voor meer informatie onze afdeling M&S.
5.5 Rookgasafvoersysteem
Voor het afvoeren van de rookgassen is geen
schoorsteentrek vereist. Bij een te verwachten overdruk
in het rookgasafvoerkanaal wordt geadviseerd de ketel
en brander in overleg met onze afdeling M&S te
selecteren. De aansluiting op en de uitvoering van het
rookgasafvoerkanaal overeenkomstig de NEN 2057.
De toelaatbare druk bij intrede in het rookgasafvoer-
kanaal dient tussen +5 en -5 mmwk te liggen. Zonodig
trekregelaar plaatsen.
9
=0%).
2
= 0%).
2