Pauze instellen
Pauze na lijntoewijzing wijzigen
U kunt de lengte instellen van de pauze die
wordt ingevoegd tussen het moment dat u
de verbindingstoets c indrukt en het
moment dat het nummer wordt verstuurd.
v
Hoofdmenu openen.
*#Q5#
L
Toetsen indrukken.
~
Cijfer voor de lengte van de
pauze invoeren (1 = 1 sec.;
2 = 3 sec.; 3 = 7 sec.) en
indrukken.
Pauze na R-toets wijzigen
U kunt de lengte van de pauze wijzigen als
dat vereist is voor uw telefooncentrale (zie
de gebruiksaanwijzing van de telefooncen-
trale).
v
Hoofdmenu openen.
*#Q5#
2
Toetsen indrukken.
~
Cijfer invoeren voor de lengte
van de pauze (1 = 800 ms;
2 = 1600 ms; 3 = 3200 ms)
§OK§
en
indrukken.
Basisstation op telefooncentrale aansluiten
Kiespauze (pauze na netlijncode)
wijzigen
Voorwaarde: u heeft een netlijncode gepro-
grammeerd (
v
*#Q5#
~
Kiespauze invoegen: de toets S
2 seconden lang indrukken. In het display
§OK§
verschijnt een P.
¢
pagina 80).
Hoofdmenu openen.
Toetsen indrukken.
Waarde voor pauzelengte
(1 = 1 sec.; 2 = 2 sec.; 3 = 3 sec.;
4 = 6 sec.) invoeren en
indrukken.
§OK§
81