1 - RISICOANALYSE
1.1 L regelgeving
De installatie van een gemotoriseerde poort of een
motorisering op een bestaande poort in het kader
van 'residentieel' gebruik, moet voldoen aan de
richtlijn 89/106/EEG inzake bouwproducten.
De referentienorm die wordt gebruikt voor het
controleren van deze conformiteit, is de EN 13241-
1 die beroep doet op referenties van meerdere
normen, waaronder de EN 12445 en de EN
12453 die de methoden en componenten van de
beveiliging van de gemotoriseerde poort preciseren
om de gevaren voor personen te verminderen of
volledig te elimineren.
De installateur moet de eindgebruiker instrueren
om de gemotoriseerde poort goed te gebruiken en
de gebruiker moet op zijn beurt, aan de hand van
deze handleiding, andere personen instrueren die
de gemotoriseerde poort mogelijk zullen gebruiken.
In de norm EN 12453 wordt gepreciseerd dat de
minimumbescherming van de primaire contactlijst
afhankelijk is van het type gebruik en type bediening,
gebruikt om de poort in beweging te zetten. De
poortmotorisering is een bedieningssysteem met
impulsen. Dit wil zeggen dat één impuls op een
van de bedieningsorganen (afstandsbediening,
keuzeschakelaar met sleutel ...) de poort in
beweging kan zetten.
Deze poortmotorisering is uitgerust met een
krachtbegrenzer die voldoet aan bijlage A van
de norm EN 12453, in het kader van een gebruik
met een poort die voldoet aan de specificaties die
in dit hoofdstuk zijn gegeven. Met de specificaties
van de norm EN 12453 zijn dus de volgende drie
gebruiksgevallen en minimale beschermingsniveaus
mogelijk:
• Activering door impuls waarbij poort
zichtbaar is
Minimale
beschermingsniveaus:
krachtbegrenzer.
• Activering door impuls waarbij poort
onzichtbaar is
Minimale beschermingsniveaus: Krachtbegrenzer
en 2 paar fotocellen om het openen en sluiten
Kan hinderen.
• Automatisch bediening (automatische
sluiting)
Minimale beschermingsniveaus: Krachtbegrenzer
en 1 paar fotocellen om het automatisch sluiten
te beschermen.
Het
knipperlicht
beveiligingselement.
De fotocellen en de goede werking ervan moeten
elke zes maanden worden gecontroleerd.
1.2 Specificaties van de te motoriseren poort
Deze motorisering kan poorten met vleugels tot een
breedte van 2,50 m, een hoogte van 2,20 m en een
gewicht tot 150 kg automatiseren.
Deze afmetingen en het maximale gewicht worden
gegeven voor een poort van het opengewerkte type
en voor gebruik in een gebied met weinig wind. In het
geval van een volle poort of bij gebruik in een gebied
waar een hoge windsnelheid heerst, moeten de
maximale waarden die hierboven werden gegeven
voor de te motoriseren poort, worden verlaagd.
1.3 Beveiligingscontroles op de poort
De gemotoriseerde poort is strikt voorbehouden
voor residentieel gebruik. De poort mag niet in
een explosieve of corrosieve omgeving worden
geplaatst (aanwezigheid van gas, ontvlambare rook,
stoom of stof).
De
poort
vergrendelingssystemen (slotplaat, slot, klink...).
De scharnieren van de poort moeten absoluut
in dezelfde as zitten en deze as moet absoluut
verticaal zijn. De zuilen die de poort ondersteunen
moeten voldoende robuust en stabiel zijn zodat
ze niet plooien (of breken) onder het gewicht
van de poort. Zonder de motorisatie moet de
poort in goede mechanische staat zijn, correct
uitgebalanceerd zijn en zonder wrijving of weerstand
openen en sluiten. Het is aanbevolen de scharnieren
alleen
te smeren. Controleer of de bevestigingspunten van
de verschillende elementen zich op een beschutte
plek bevinden en of de
oppervlakken voldoende stevig zijn. Controleer of
de poort geen uitspringende delen in de structuur
bevat. De centrale aanslag en de zijdelingse
aanslagen moeten correct worden bevestigd
zodat ze niet bezwijken onder de kracht die wordt
uitgeoefende door de gemotoriseerde poort.
C - INSTALLATIE
is
een
mag
niet
worden
onmisbaar
voorzien
voor
7
NL