C - INSTALLATIE
7.6 - DE BEDIENINGSORGANEN (ALS OPTIE)
Opmerking:
Deze bedieningsorganen moeten contactvrije normaal geopende contacten zijn.
Poortbediening
drukknop,
intercomuitgang,
sleutelschakelaar
7.7 - DE NOODSTOPORGANEN (ALS OPTIE)
Zonder noodstoporgaan
Een overbrugging tussen "STOP" en "GND"
maken indien geen
noodstoporgaan
7.8 - DE NOODBATTERIJ (ALS OPTIE)
De noodbatterij is nuttig in geval van stroomonderbreking en levert stroom aan de motorisering, zodat deze
enkele dagen kan blijven werken.
• Sluit de 230V voeding af (veiligheidszekering staat in "OFF") en sluit de batterij aan,
rekening houdend met de polen + en - en gebruik makend van de rode en zware kabels van de batterij (als
optie) (rood op
aansluitklem + en zwart op aansluitklem -).
• Schakel de 230V voeding weer in (veiligheidszekering op "ON")
• De batterij wordt gedurende ongeveer 24 uur opgeladen. Na deze periode test u de werking van de poort
(1 opening + 1 sluiting) nadat de motorisatie is uitgeschakeld (veiligheidszekering in
Positie OFF).
• Sluit de voeding na deze test opnieuw aan (veiligheidszekering in positie ON). De batterij zal de
de relais nemen in geval van stroomonderbreking.
NL
22
Bediening voetganger
drukknop,
intercomuitgang,
sleutelschakelaar
Met noodstoporgaan
Het noodstoporgaan moet een normaal gesloten
voltvrij contact zijn