E - GEBRUIK
steeds is geactiveerd, stopt het knipperlicht en
gaat de elektronische kaart over in stand-by.
• Om de poort weer te activeren, moet het
noodstoporgaan uitgeschakeld worden (door bijv.
de paddestoelknop te ontgrendelen). Vervolgens
moet de bediening die gebruikt werd om de
beweging in gang te zetten, geactiveerd worden
om de poortbeweging opnieuw te starten (geen
omkering van de richting in dit geval).
2.4 - FOTOCELLEN (INDIEN GEÏNSTALLEERD)
• Als een voorwerp of een persoon tijdens het
sluiten de infraroodbundel tussen de twee
fotocellen onderbreekt, wordt de poort stopgezet
en het openen hervat.
Als de automatische sluiting is geactiveerd,
start de vertraging. Als de fotocelbundel aan
het einde van de vertraging wordt onderbroken,
wacht de poort tot de bundel wordt vrijgegeven
voordat deze opnieuw sluit. Als na 3 minuten de
bundel nog steeds niet is vrijgegeven, wordt de
automatische sluiting geannuleerd en gaat het
systeem op stand-by.
• De fotocellen kunnen ook worden geactiveerd aan
het begin van het openen (nuttig als een tweede
set fotocellen is geïnstalleerd - zie "Geavanceerde
instellingen (MENU 3)".
• Als dat het geval is en de bundel onderbroken
wordt op het moment dat de poort open zou
moeten gaan, geeft het knipperlicht een dubbele
flits af gedurende 30 seconden, tenzij een
bediening wordt geactiveerd. Opdat de poort kan
openen, moet de bundel vrijgegeven worden en
een bediening worden ingeschakeld.
2.5 - DETECTIE VAN OBSTAKEL
Tijdens de beweging kunnen de vleugels tegen een
obstakel aan stoten.
• Om veiligheidsredenen: als de motoren te veel
kracht gebruiken (de kracht is instelbaar - zie
"Kracht van de motoren" in de instellingen), wordt
de poort stopgezet, wordt de druk losser en
geeft het knipperlicht gedurende 30 seconden
een dubbele flits af, tenzij een bediening wordt
geactiveerd.
• Door het activeren van een bediening (dezelfde
die gebruikt werd voor het in beweging zetten),
start de poort opnieuw in omgekeerde richting.
• Als
er
tijdens
de
NL
38
sluiting
een
obstakel
gedetecteerd wordt en als de werkingsmodus
op "automatische sluiting" of "collectief" staat,
gaat de poort weer open en wordt de vertraging
gestart.
• Als
de
poort
een
windweerstand (volle poort) biedt, kan dit de
detectie van obstakels teweegbrengen als het
waait. In dat geval moet de kracht van de motoren
worden verhoogd.
2.6 - HANDMATIGE BEWEGING
Om de poort handmatig te kunnen manoeuvreren,
volstaat het de sluitpin uit de poortbevestiging te
trekken en de as te verwijderen om de motorisatiearm
op te tillen. Zo kan de poort handmatig worden
geopend.
Opgelet: Wanneer de cilinders zijn losgekoppeld,
kan de poort in beweging worden gezet onder
invloed van wind of van een externe duw. Het is dus
belangrijk om goed op te letten of om de poort te
blokkeren om elke risico op letsel te voorkomen.
Het volstaat de vlindermoer los te draaien en
de motorisatie-arm op te tillen. De poort kan zo
handmatig worden geopend zolang de stroom is
onderbroken.
groot
oppervlak
van