C - INSTALLATIE
4 - INSTALLATIE VAN DE BEDIENINGSBEHUIZING
De bedieningsbehuizing moet worden bevestigd op de zuil of op de voeding 230Vac.
• Om een goede werking van de motorisatie te garanderen, mogen de cilinderkabels niet langer zijn dan
8 m per cilinder. Daarom moet de bedieningsbehuizing worden bevestigd op minstens 6 m van elke cilinder.
• Plaats en bevestig de bedieningsbehuizing op de gedefinieerde plaats met de hulp van 2 schroeven.
5 - INSTALLATIE VAN KNIPPERLICHT
Het knipperlicht moet worden aangebracht boven aan de zuil waarop de bedieningsbehuizing is bevestigd,
en moet zowel vanaf de binnenkant als vanaf de buitenkant zichtbaar zijn. Gebruik uitsluitend het knipperlicht
dat meegeleverd is in de set (24 V - 2 W).
Het knipperlicht kan aan een muur worden bevestigd.
• Schroef het transparante gedeelte van het knipperlicht los
• Bevestig het knipperlicht aan de muur en schroef het transparante gedeelte vast
15
NL