• Domein/werkgroep
Als de computer die de gedeelde map bevat deel
uitmaakt van een domein, voer dan de domeinnaam in.
• Wachtwoord opslaan
Sla het ingevoerde wachtwoord op.
FTP-registratiescherm
• Protocol
Selecteer het protocol dat moet worden gebruikt bij het
verzenden via FTP. Bij het uitvoeren van versleutelde
communicatie kunt u [FTP], [FTPS(Explicit)],
[FTPS(Implicit)] of [SFTP] selecteren. Als [SFTP] is
geselecteerd kunt u kiezen voor [Verificatiemethode].
• Naam
Voer de naam in die in het adresboek moet verschijnen.
• FTP-server
Voer het adres van de FTP-server in.
• Maplocatie
Voer het pad in naar de submap wanneer u een submap
op de FTP-server wilt opgeven.
Wenk
Als u het pad naar de submap niet weet, kunt u de submap
opgeven door onderstaande stappen te volgen.
1. Nadat u serveradres, gebruikersnaam en wachtwoord hebt
ingevoerd, klikt u op de knop [Bladeren] en meldt u zich aan
bij de FTP-server.
2. Geef een submap op op het niveau van de weergegeven
map en klik dan op [OK].
• Verificatiemethode
Als [SFTP] is geselecteerd in [Protocol], selecteer dan de
verificatiemethode in [Wachtwoordverificatie] of
[Verificatie met persoonlijke sleutels].
• Poortnummer
Voer het poortnummer in. Het standaardpoortnummer is
21.
84
Hoofdstuk 4 Bediening