ATTENTIE
• Als u iets anders dan [SMTP] selecteert als
verificatiemethode voor de mailserver, dient u de
instellingen voor verificatie bij de mailserver voor elke
gebruiker te configureren.
(Zie pag. 114.)
• Als u iets anders dan [SMTP] selecteert, vergeet dan niet om
gebruikers te registreren.
• Wanneer u [POP voor SMTP] selecteert, dient u de
hostnaam (of -adres), het poortnummer van de gebruikte
POP-server en de wachttijd na POP-verificatie op te geven.
• Wanneer u [SMTP-verificatie] selecteert, wordt automatisch
een verificatiemethode met een hoog niveau geselecteerd
uit de SMTP-verificatiemethoden.
❏ FAX
Configureer de volgende instellingen voor de
internetfaxdienst die u gaat gebruiken.
• Aanbiedernaam
Hoofdstuk 5 Beheerdersinstellingen
Als u gebruik maakt van een internetfaxdienst waarbij
specificatie van een aanbiedernaam vereist is, voer dan
hier de naam van uw aanbieder in.
• Gebruikersnaam
Als u gebruik maakt van een internetfaxdienst waarbij
specificatie van gebruikersgegevens is vereist, voer dan
hier de bij uw aanbieder geregistreerde gebruikersnaam
in.
• Wachtwoord
Wilt u het wachtwoord gebruiken van de gebruiker die u
hebt opgegeven onder [Gebruikersnaam], selecteer dan
[Wijzig wachtwoord] en voer het wachtwoord in.
• Aan, Onderwerp en Bericht
Voer het e-mailadres (Aan), het onderwerp en het bericht
in voor de e-mails die naar de internetfaxdienst worden
verzonden.
Als u de volgende invoertekenreeksen voor deze
instellingen invoert, worden deze reeksen vervangen
door de volgende vervangende reeksen als de fax wordt
verzonden.
Invoertekenreeks
Faxnummer dat is geregistreerd in het
%n%
adresboek en geselecteerd vóór het
verzenden van het afbeeldingsbestand.
%h%
Aanbiedernaam
%u%
Gebruikersnaam
%pw%
Wachtwoord
146
Vervangende tekenreeks