Inhoudsopgave
Advertenties
Functies patchcodepatroon
Patchcodes worden gescheiden in twee patronen, PATCH
T en PATCH II, beide met verschillende functies.
• PATCH T
Als er een vel met dit patroon wordt herkend, wordt het
bestand gescheiden met de afbeelding van het volgende
vel als begin van het volgende bestand.
U kunt met de instelling [Papier opnemen gescheiden
bestand] kiezen of de afbeelding van het patchcodevel
moet worden opgeslagen
(zie pag.
• PATCH II
Als er een vel met dit patroon wordt herkend, wordt het
bestand gescheiden met de afbeelding van dit vel als
begin van het volgende bestand. De afbeelding van dit
vel wordt altijd opgeslagen, ongeacht de instelling voor
[Papier opnemen gescheiden bestand].
❏ Patchcodevellen gebruiken
1.
106).
2.
3.
107
Dit gedeelte behandelt scannen met gebruik van
patchcodevellen voor bestandsscheiding.
Druk de patchcodevellen af met een printer.
De patchcodevellen zijn opgeslagen in de volgende map
op de cd-rom met instructies en hulpprogramma's.
Q:\Documents
('Q:' is de stationsletter van het -cd-romstation.)
ATTENTIE
• Druk [PATCH T (A4)] en [PATCH II (A4)] op A4-papier en
[PATCH T (LTR)] en [PATCH II (LTR)] op letter-formaat papier
altijd op de originele grootte af.
• Als een patchcodevel wordt vergroot of verkleind, wordt de
patchcode misschien niet herkend.
Voeg de patchcodevellen in vóór de pagina's die het
begin moeten vormen van de gescheiden bestanden
en plaats de documenten in de invoerlade.
Voeg de patchcodevellen
in vóór de pagina's die het
begin moeten vormen van
de gescheiden bestanden.
Open het scherm [Batchscheiding] vanuit het scherm
[Verzendinstellingen].
Hoofdstuk 4 Bediening
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
