11 RICHTLIJNEN VOOR HET LOKALISEREN EN OPHEFFEN VAN STORINGEN
11.1 Algemeen
De wijze waarop een eventuele storing kan worden gelokaliseerd is afhankelijk van de
toegepaste regelaar. Is dit een rematic
tocol, volg dan Par. 11.2. Zie voor alle andere gevallen Par. 11.3.
11.2 Storingen bij toestellen met rematic
Voer de onderstaande stappen in de gegeven volgorde uit:
Stap
Waarneming
1
Er verschijnen geen cij-
fers op het toesteldisplay.
2
Wordt op het toesteldis-
play een storingscode
weergegeven ?
3
Controleer de bedrijfstoe-
stand van het toestel (zie
Par. 6.3).
4
Controleer de werking
van het toestel door een
draadbrug aan te sluiten
op de 24-polige klem-
menstrook tussen de
klemmen 3 en 4 (aan/uit-
thermostaat)
®
SR 5240 C1 of regelaar met OpenTherm Pro-
®
SR 5240 C1 of OpenTherm regelaar
Controleer
De voedingsspanning
230 V
De zekeringen op de
automaat.
Cijfers knipperen?
0 (geen warmtevraag) Ga verder bij punt 4
1 t/m 9, l, h, b
Komt het toestel in
bedrijf?
Komt het toestel niet in
bedrijf?
Controleer de para-
meter instellingen van
regelaar en automaat
71
Actie
Indien zekering defect,
deze vervangen door de
meegeleverde reserve-
zekering
Ja, ga dan verder bij
Par. 11.4
Probeer m.b.v. de gege-
ven bedrijfs-toestand de
oorzaak van de storing
te achterhalen
Ja, ga verder met punt 6
Herhaal eerst punt 3.