Veiligheidsinstructies
aanhouden
Veiligheidsinstruc-
ties voor Ex-toepas-
singen aanhouden
Voedingsspanning
Verbindingskabel
VEGASWING 66 • Transistor (NPN/PNP)
5
Op de voedingsspanning aansluiten
5.1
Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten.
•
De elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
•
Sluit het instrument in principe zodanig aan, dat spanningsloos
aansluiten en losmaken op de klemmen mogelijk is.
In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voorschrif-
ten, de conformiteits- en typebeproevingscertificaten van de senso-
ren en de voedingen worden aangehouden.
Gebruik uitsluitend metalen behuizingen (aluminium, rvs). De kunst-
stof behuizing is niet toegestaan.
Sluit de voedingsspanning aan conform de hierna volgende aan-
sluitschema's. Houd daarbij de algemene installatievoorschriften
aan. Verbind de VEGASWING 66 in principe met de tankaarde (PA)
resp. bij kunststof tanks met het naastgelegen aardpotentiaal. Aan
de zijkant op de behuizing van het instrument is daarvoor tussen de
kabelwartels een aardklem aanwezig. Deze verbinding is bedoeld
voor de afleiding van elektrostatische ladingen. Bij Ex-toepassingen
moet u eerste prioriteit geven aan de opstellingsvoorschriften voor
explosiegevaarlijke omgeving.
De specificaties betreffende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk
"Technische gegevens".
Gebruik twee-aderige, afgeschermde kabel. Sluit de kabelafscher-
ming aan beide zijden op het aardpotentiaal aan. In de sensor moet
de kabelafscherming direct op de interne aardklem worden aange-
sloten. De externe aardklem op de behuizing moet laagohmig met de
potentiaalvereffening zijn verbonden.
Waarborg, dat de gebruikte kabel de voor de maximaal optredende
omgevingstemperatuur benodigde temperatuurbestendigheid en
brandveiligheid heeft.
Gebruik kabels met ronde doorsnede bij instrument met behuizing
en kabelwartel. Controleer voor welke kabeldiameter de kabelwartel
geschikt is, om de afdichtende werking van de kabelwartel te waar-
borgen (IP-beschermingsklasse).
•
5 ... 9 mm (0.20 ... 0.35 in)
•
6 ... 12 mm (0.24 ... 0.47 in)
•
10 ... 14 mm (0.40 ... 0.55 in)
Gebruik een bij de kabeldiameter passende kabelwartel.
Gebruik voor een VEGASWING 66 in explosiegevaarlijke omgevingen
alleen toegelaten kabelwartels.
5 Op de voedingsspanning aansluiten
19