Inhoudsopgave
Advertenties
6
RICHTSNOEREN VOOR TOEPASSING OP AFSTAND VAN CONDENSATOREN (versies EWLD J,
EWLH en EWLS)
Het ontwerp van de toepassing van een condensor op afstand, en in het bijzonder de dimensionering van de leidingen en
het leidingtraject, valt onder de verantwoordelijkheid van de installatie
ontwerper.
Deze paragraaf is alleen bedoeld om suggesties te geven aan de ontwerper van de installatie; deze suggesties moeten
worden gewogen met verwijzingen naar de bijzondere kenmerken van de toepassing.
Voor afgelegen condensortoepassingen, zoals luchtgekoelde of verdampingscondensors, worden de koelers geleverd met
houder Stikstoflading. Het is belangrijk dat de eenheid goed gesloten blijft totdat de externe condensor is geïnstalleerd en
de leidingen naar de eenheid.
Koelers worden standaard geleverd met filterdroger, vochtigheidsindicator en expansieventiel af fabriek gemonteerd.
Het is de verantwoordelijkheid van de aannemer om de verbindingsleidingen te installeren, deze en het gehele systeem
op lekken te testen, het systeem te evacueren en de koelmiddelvulling te leveren.
Alle leidingen moeten voldoen aan de geldende plaatselijke en landelijke voorschriften.
Gebruik alleen koperen koelmiddelleidingen en isoleer de koelleidingen van de gebouwconstructies om overdracht van
vibratie.
Het is belangrijk dat de afvoerleidingen bij de condensor worden doorgelust en bij de compressor worden afgesloten om
te voorkomen dat het koelmiddel en olie uit de compressoren te laten lopen; het doorlussen van de persleiding zorgt ook
voor meer flexibiliteit.
Gebruik geen zaag om de eindkappen te verwijderen. Hierdoo r zouden kopersplinters het systeem kunnen verontreinigen.
Gebruik een buizensnijder of verwarmen om de doppen te verwijderen. Bij het zweten van koperen verbindingen is het
belangrijk om droge stikstof door het systeem te laten stromen voordat met koelmiddel te vullen. Dit voorkomt
ketelsteenvorming en de mogelijke vorming van een explosief mengsel van koelmiddel en lucht. Dit voorkomt ook de
vorming van giftig fosgeengas, dat ontstaat wanneer het koelmiddel wordt blootgesteld aan open vlam.
Zacht soldeer mag niet worden gebruikt. Gebruik voor koper-op-koperverbindingen een fos-koper soldeer met 6% tot 8%
zilvergehalte. A voor koper-op-messing of koper-op-staal verbindingen moet hardsoldeer met een hoog zilvergehalte
worden gebruikt. Gebruik alleen auto-acetyleen solderen.
Nadat de apparatuur correct is geïnstalleerd, op lekken is gecontroleerd en leeg is gemaakt, kan ze met koelmiddel worden
gevuld en onder toezicht van een door Daikin erkende technicus worden opgestart.
De lading wordt toegevoegd totdat het kijkglas van de vloeistofleiding helder is en er geen luchtbellen in het expansieventiel
stromen. Totaal de koelmiddellading zal afhangen van de gebruikte verre condensator en het volume van
koelmiddelleidingen
6.1
Installatie-informatie voor condensorloze units
Dit product is in de fabriek geladen met N2
De units zijn voorzien van een koelmiddelinlaat (afvoerzijde) en een koelmiddeluitlaat (vloeistofzijde) voor de aansluiting
op een externe condensor. Dit circuit moet worden verzorgd door een bevoegd technicus en moet voldoen aan alle
relevante Europese en nationale voorschriften.
6.1.1
Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van leidingen
Als er lucht of vuil in het watercircuit terechtkomt, kunnen er problemen ontstaan. Houd daarom altijd rekening met het
volgende bij het aansluiten van het watercircuit:
1.
Gebruik alleen schone leidingen.
2.
Houd het uiteinde van de pijp naar beneden bij het verwijderen van bramen.
3.
Bedek het uiteinde van de pijp wanneer u deze door een muur steekt, zodat er geen stof en vuil binnendringt.
De afvoer- en vloeistofleiding moeten rechtstreeks aan de externe condensorleiding worden gelast. Voor gebruik van de
juiste pijpdiameter zie tabel Technische specificaties.
Zorg ervoor dat de pijpen tijdens het lassen met N2 gevuld zijn om ze tegen roet te beschermen.
Er mag geen blokkade (afsluiter, magneetklep) zijn tussen de externe condensor en de voorziene vloeistofinje ctie van de
compressor.
6.1.2
Lektest en vacuümdroging
De eenheden zijn door de fabrikant op lekken gecontroleerd.
Na aansluiting van de leidingen moet een lektest worden uitgevoerd en moet de lucht in de koelmiddelleidingen met behulp
van een vacuümpomp worden afgevoerd tot een waarde van 4 mbar absoluut.
De lucht niet zuiveren met koelmiddelen. Gebruik een vacuümpomp om de installatie vacuüm te
zuigen.
D-EIMWC01008-16_06NL - 27/42
Advertenties
Inhoudsopgave
