4 Monteren
24
Afstand d
2°
(m)
80
2,8
90
3,1
100
3,5
110
3,8
120
4,2
Voorbeeld:
Bij een 20 m hoge silo ligt de inbouwpositie van de sensor 1,4 m uit
het midden van de silo.
Uit de tabel kan de benodigde hellingshoek van 4° worden afgelezen.
Voor het instellen van de hellingshoek met de zwenkflens gaat u als
volgt te werk:
1. Klemschroeven van de zwenkflens een slag losdraaien. Inbus-
sleutel grootte 5 gebruiken.
Fig. 20: VEGAPULS 69 met zwenkflens
1
Klemschroeven (6 stuks)
2. Sensor uitrichten, hellingshoek controleren
Opmerking:
De max. hellingshoek van de zwenkflens is ca. 10°
3. Klemschroeven weer vastdraaien, maximaal aantrekmoment zie
hoofdstuk "Technische gegevens"
Sokhoogte/-diameter
Bij hoge slanke sokken kunnen bij een grotere hoek van de zwenk-
flens stoorreflecties door de sok ontstaan. Een oplossing daarvoor
is een kortere sok of een grotere sokdiameter, zie de volgende
afbeelding.
4°
6°
5,6
8,4
6,3
9,4
7
10,5
7,7
11,5
8,4
12,5
1
VEGAPULS 69 • Modbus- en Levelmaster-protocol
8°
10°
11,1
13,9
12,5
15,6
13,9
17,4
15,3
19,1
16,7
20,8