Figuur 66
1. Maaimessen evenwijdig
2. Buitenste snijranden
Schuinstand van het maaidek
(lengterichting) controleren
Controleer de schuinstand van het maaidek telkens
wanneer u dit monteert. Als de voorkant van
de maaier meer dan 7,9 mm lager staat dan de
achterkant van de maaier, moet u de schuinstand van
het maaimes instellen.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de messchakelaar uit en zet
de rijhendels naar buiten in de P
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Stel de maaihoogte in op 76 mm.
4.
Draai de messen voorzichtig rond, totdat ze in
de lengterichting wijzen
5.
Meet de afstand tussen de rand van zowel het
voorste mes als de rand van het achterste mes
tot het horizontale oppervlak
Opmerking:
Als de rand van het voorste mes
niet 1,6 tot 7,9 mm lager staat dan de rand van
het achterste mes, ga verder met
van het maaidek (lengterichting) instellen (bladz.
49).
g294044
3. Meet vanaf het uiteinde
van het mes tot het platte
oppervlak hier.
ARKEERSTAND
(Figuur
67).
(Figuur
67).
Schuinstand
1. Messen in lengterichting
2. Buitenste snijranden
Gelijkstellen in de breedterichting
1.
Ga naar de linkerkant van de machine.
2.
Hiervoor moet u de antiscalpeerrollen in de
bovenste openingen zetten of ze geheel
verwijderen; zie
(bladz.
24).
3.
Zet de maaihoogtehendel in de stand van
76 mm; zie
4.
Plaats 2 blokjes met een dikte van 6,6 cm
.
onder elke kant van de voorste rand van het
maaidek, maar niet onder de beugels van de
antiscalpeerrollen
5.
Plaats 2 blokjes met een dikte van 7,3 cm onder
de achterste rand van de maaikast, één blokje
aan elke kant van het maaidek
48
Figuur 67
3. Meet vanaf het uiteinde
van het mes tot het platte
oppervlak hier.
Antiscalpeerrollen afstellen
De maaihoogte instellen (bladz.
(Figuur
68).
(Figuur
g294046
24).
68).