Overzicht van de ontkruller
Do c u Co lo r 50 0 0A P H a nd l ei d i ng v o o r d e b eh e er d e r
TIP: Lees alle informatie over de ontkruller voordat u de
procedure voor het keuze-ontkrullerprofiel gebruikt.
Wanneer het papier wordt blootgesteld aan warmte, verliest het
vocht en krult het in de richting van de warmtebron. Papier dat
veel bedrukt wordt, krult sneller door het plastificeringseffect van
de toner op het papier. Het systeem probeert dit effect te
verminderen door het gebruik van mechanismen in de papierbaan
die ontkrullers worden genoemd.
Papierkrulling kan verschillende oorzaken hebben, waaronder:
•
Het papiergewicht en of het papier gecoat of ongecoat is.
•
De hoeveelheid droge inkt/toner en de oppervlakte die is
bedrukt op een blad: hoe groter de bedrukte oppervlakte, des
te groter de kans dat het papier gaat krullen.
•
Hoe het papier in de lade wordt geplaatst. Zorg ervoor dat u
het papier plaatst zoals aangeduid op de verpakking van het
pak.
•
De luchtomstandigheden van de ruimte waar het papier is
opgeslagen, in het bijzonder de luchtvochtigheid en de
temperatuur.
•
De luchtomstandigheden van de ruimte waar de printer staat,
in het bijzonder de luchtvochtigheid en de temperatuur.
•
De hitte die wordt ontwikkeld tijdens het fixeerproces.
Uw systeem is ontworpen met meerdere geautomatiseerde
instellingen om de krulling in de hand te houden. Wanneer u deze
instellingen gebruikt, stuurt de machine automatisch papier door
de juiste ontkruller:
•
Standaardinstelling systeem: Bepaalt automatisch de druk die
op de verschillende ontkrullers nodig is om de papierkrulling
van de uitvoer te verminderen.
•
Instellingen voor A, B, C en D: Vooraf ingestelde
ontkrullerinstellingen.
Bij sommige afdrukopdrachten zijn de afdrukken mogelijk nog
steeds meer gekruld dan u wilt, zelfs nadat u de
ontkrullerinstellingen voor A-D hebt gebruikt. Gebruik in deze
gevallen de functie voor het keuze-ontkrullerprofiel om de
papierkrulling in uw afdrukken te compenseren. De instellingen
voor het keuze-ontkrullerprofiel zijn gebaseerd op het soort
opdracht en de beelddichtheidsverhouding. Deze instellingen
moeten handmatig worden ingevoerd.
OPMERKING: Als een ontkrullerprofiel wordt gewijzigd, blijft het
profiel op deze instelling staan tot het weer handmatig wordt
gewijzigd. Als u bijvoorbeeld beslist om ontkrullerinstelling B te
gebruiken, dan blijft deze instelling op B staan tot u deze wijzigt
naar een andere instelling.
3. P r o fi el e n
3-27