Toetsfunctie
Met de afstandsbediening kunnen binnen een afstand van 7m de volgende commando's worden uitgevoerd.
Richt de afstandsbediening daarvoor op het ontvangstgedeelte aan de rechterkant van het wandapparaat.
Aan / Uit toets
COOL
25.0
°c
FAN AUTO
SWING
Fan toets
FAN
COOL
25.0
°c
FAN
SWING
Swing toets
SWING
COOL
25.0
°c
FAN AUTO
Modus COOL
COOL
COOL
25.0
°c
FAN
SWING
Modus COOL / DRY
COOL / DRY
25.0
°c
FAN AUTO
SWING
6
Schakel uw binnentoestel in en uit met de AAN / UIT toets.
In het display verschijnen de actuele instellingen:
1.
FAN AUTO = snelheid van de ventilator
2.
SWING
3.
25.0 °C
4.
COOL
Als de FAN toets
FAN
schillende grootte op het display. De grootte symboliseert de ventilatorniveaus. Elke
volgende activering van de toets heeft tot gevolg dat de snelheid wordt verlaagd.
Functieafloop
FAN AUTO
Met de SWING toets
de toestand (melding
apparaat kan de lucht automatisch alleen verticaal verdelen. Horizontaal kan de instel-
ling alleen manueel gebeuren door de verticale lamellen te verstellen.
Functieafloop
Gebruik de modus COOL als u de ruimte wilt afkoelen tot de gewenste waarde.
Verlaag de gewenste temperatuur door de toets
Na de signaaltoon begint de melding COMP. ongeveer 3 minuten te knipperen. Deze
wachttijd is een gedwongen pauze om de levensduur van de verdichter in het buiten-
deel te verhogen. Als de melding continu zichtbaar is, dan begint de airconditioning te
werken. Als de ruimtetemperatuur 1 C° daalt onder de gewenste waarde, dan schakelt
de regeling de koeling uit.
Functieafloop
COOL
De COOL / DRY modus ontvochtigt de ruimte. Airconditionings werken volgens het
DRY
principe van de daling van de lucht onder het dauwpunt, waarbij water condenseert
aan de lamellen van het binnentoestel. De ontvochtigingscapaciteit is afhankelijk van
luchtvochtigheid en ruimtetemperatuur. Na het indrukken van de toets
wenste temperatuur gekozen worden en begint het apparaat te werken. In bepaalde
intervallen wordt de ventilator uitgeschakeld om de lamellentemperatuur te verlagen.
Door om te schakelen in een andere modus verlaat u de COOL / DRY modus.
Functieafloop
DRY
= oscillerende waaier
= ingestelde temperatuurwaarde
= modus
wordt ingedrukt, dan verschijnen er drie ventilatorsymbolen van ver-
FAN
FAN
kan de oscillerende waaier gestopt worden. In ingeschakel-
SWING
) wordt de gekoelde lucht beter verdeeld in de ruimte. Het
SWING
SWING
SWING
COOL
25.0
TEMP.
COOL / DRY
25.0
TEMP.
FAN
FAN
SWING
in te drukken in stappen van 0,5 °C.
TEMP.
COOL
l5.5
KOELEN
DRY
COOL / DRY
l5.5
ONTVOCHTIGEN
kan de ge-