Ingebruikname
De ingebruikname moet gebeuren door de fabrikant
of een andere door de fabrikant aangewezen geau-
toriseerde deskundige conform het attest over de
ingebruikname (pagina 18) en moet gedocumen-
teerd worden!
Om te garanderen dat alle functies correct werken moet
voor de overhandiging aan de exploitant een functie-
controle worden uitgevoerd om onregelmatigheden tij-
dens het bedrijf van het apparaat te herkennen.
Voor het proefdraaien moeten alle afsluitinrichtin-
gen in het koelcircuit geopend worden (zie ook
montagehandleiding van het buitendeel)!
Proefdraaien
Voer het proefdraaien als volgt uit:
1. Schakel de ter plaatse geïnstalleerde hoofdschake-
laar resp. de zekering in.
2. Stel de gewenste temperatuur aan de afstands-
bediening in op een lagere waarde dan de huidige
ruimtetemperatuur.
3. Stel met de toets
COOL
Door de inschakelvertraging van het buitendeel
start de koelmachine pas een paar minuten later
Werkwijze bij het proefdraaien
Ga tijdens het proefdraaien als volgt te werk:
1. Controleer de koelmachines en de ventilators op ge-
lijkmatige loop.
2. Controleer of het binnentoestel koude lucht en het
buitendeel warme lucht afgeeft.
3. Meet de oppervlaktetemperatuur van de warmtewis-
selaar, noteer deze in het ingebruiknameprotocol.
Houd de thermometer bij de meting aan het verbin-
dingsstuk van de dunne koelmiddelleiding.
4. Controleer tijdens het proefdraaien de werking en
correcte instelling van alle programma-aflopen, alle
regel-, stuur- en veiligheidsinrichtingen.
5. Controleer de regeling van het apparaat aan de
hand van de in hoofdstuk „4.2 De afstandsbedie-
ning" beschreven functies (timer, temperatuurinstel-
lingen, ventilatie- en ontvochtigingsbedrijf).
6. Stel de uitblaaslamellen correct in om een ongunsti-
ge luchtverdeling te vermijden.
7. Maak de exploitant vertrouwd met de installatie en
overhandig hem het protocol over de eerste inge-
bruikname.
de koelfunctie in.
Milieu en r
Belangrijke informatie over de recyclage
Ingrepen in het koelcircuit mogen alleen gebeuren door
een vakbedrijf. Daardoor is gegarandeerd dat er bij re-
paraties geen koelmiddel in het milieu belandt.
Zowel voor het koelmiddel als voor de installatiecompo-
nenten gelden speciale voorwaarden bij de verwerking.
Het ingezette koelmiddel behoort tot de zogenaamde
veiligheidskoelmiddelen. Dat betekent dat hoeveelhe-
den die in het geval van een beschadiging vrijkomen,
geen schade aan de longen en de luchtwegen van
mensen of dieren veroorzaken.
Het contact met vloeibaar koelmiddel kan niettemin
bevriezingen aan de huid tot gevolg hebben!
Klantendienst en garantie
De foutloze werking van het apparaat werd in de fabriek
gecontroleerd.
Zouden er toch storingen optreden, die door de exploi-
tant niet met behulp van de storingseliminering (hoofdstuk
.
„Eliminering van storingen") kunnen worden opgehe-
ven, gelieve dan contact op te nemen met uw hande-
laar of contractant.
ecyclage
!
17