Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfstelling
5.7
Verwarmingsinstellingen
In Verwarmingsinstellingen kunt u de seizoensstop, de min./max. aanvoerleidingtemperatuur en de comfortfactor instellen.
De Comfortfactor (0 - 3) beïnvloedt de gewenste waarde van de aanvoerleiding (WP). Als de comfortfactor bijvoorbeeld op 3 is ingesteld,
dan zal een verhoging van de comfortwielinstelling met +1 leiden tot een verhoging van de aanvoerleidingtemperatuur met +3 °C.
Let op
Het instellen van de minimale en maximale aanvoertemperatuur is
met name belangrijk als u vloerverwarming hebt.
Als u vloerverwarming en een hittegevoelige vloer in huis hebt, mag de aanvoerleidingtemperatuur niet hoger worden dan bepaalde
temperaturen. Anders kan de vloer beschadigd raken.
5.8
Standaard verwarmingsinstellingen
Het regelsysteem heeft af fabriek twee verschillende standaardinstellingen beschikbaar:
▪ radiatorsysteem (standaard af fabriek)
▪ vloerverwarming
De standaardinstellingen hebben een invloed op de warmstooklijninstellingen en de minimale en maximale aanvoerleidingstempera-
tuur. Het kan ook nodig zijn om na de instelling van de standaardinstellingen nog aanpassingen aan te brengen.
Belangrijk: als het systeem zal worden geconfigureerd voor vloerverwarming of gelijkaardig, moet de standaardwaarde absoluut wor-
den ingesteld op vloerverwarming. Als u dat niet doet, zal de knop "fabrieksinstellingen" de warmstooklijn en de max./min. aanvoerlei-
dingtemperaturen weer instellen op de standaardwaarden voor radiatorsystemen, wat systemen met bv. vloerverwarming kan bescha-
digen.
Om de standaardinstellingen te wijzigen van radiator- in vloerverwarming (of omgekeerd):
Danfoss Heating Solutions
DHP-H Varius Pro+/DHP-L Varius Pro+
1. Druk op
op het startscherm om het menuscherm te openen.
2. Druk op
3. Druk op
als de Verwarmingsinstellingen niet worden getoond.
4. Voer de gewenste wijzigingen door.
5. Bevestig de instellingen door erop te drukken.
1. Druk op
op het startscherm om het menuscherm te openen.
2. Druk op
3. Druk op
als het venster met de warmstooklijn niet wordt weergegeven.
4. Druk op
voor vloerverwarmingsystemen of
5. Voer de gewenste wijzigingen door.
6. Druk op
om de nieuwe waarde "fabrieksinstellingen" voor het geselecteerde systeem in te
stellen.
7. Bevestig de instellingen door erop te drukken.
voor radiatorsystemen.
VIJSG210
19
Advertenties
Inhoudsopgave
