van 19 liter of vaten van 208 liter bij een
Mobil-leverancier.
Belangrijk:
Veel hydraulische vloeistoffen zijn
bijna kleurloos, zodat het moeilijk is lekkages
op te sporen. Er is een rode kleurstof voor de
vloeistof in het hydraulisch systeem verkrijgbaar
in flesjes van 20 ml. Één flesje is voldoende voor
15-22 liter hydraulische vloeistof. U kunt deze
kleurstof bestellen bij een erkende Toro-dealer,
Onderdeelnr. 44-2500. Wij adviseren de rode
kleurstof niet te gebruiken voor biologisch
afbreekbare vloeistoffen. Gebruik in plaats
daarvan een kleurstof voor voedingsmiddelen
1.
Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat
de maaidekken neer en zet de motor af.
2.
Reinig de omgeving van de vulbuis en de dop
van de hydraulische tank
de dop van de vulbuis.
1. Dop van hydraulische tank
3.
Verwijder de peilstok uit de vulbuis en veeg deze
af met een schone doek. Steek de peilstok in de
vulbuis. Verwijder deze daarna en controleer
het vloeistofpeil. Het vloeistofpeil moet 6,3 mm
van de markering op de peilstok staan. Niet te
vol vullen.
4.
Als het peil te laag is, vult u voldoende vloeistof
bij totdat het peil de vol-markering bereikt.
5.
Plaats de peilstok en de dop op de vulbuis.
Contact tussen snijplaat en
messenkooi controleren
Elke dag voordat u gaat maaien moet u het contact
tussen het ondermes en de messenkooi controleren,
ongeacht of de maaikwaliteit bij een eerdere
maaibeurt aanvaardbaar is geweest. Er moet over de
(Figuur
30). Verwijder
Figuur 30
volle lengte een licht contact tussen de messenkooi
en het ondermes zijn (zie Contact tussen snijplaat en
messenkooi afstellen in de gebruikershandleiding ).
Torsie van wielmoeren
controleren
Haal de wielmoeren aan met 94 tot 122 N·m. na 1-4
bedrijfsuren en opnieuw na 10 bedrijfsuren. Haal
de wielmoeren daarna om de 250 bedrijfsuren aan.
WAARSCHUWING
Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie
hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel.
Starten en stoppen van de
motor
Belangrijk:
Het brandstofsysteem ontlucht
zichzelf indien zich een van de volgende situaties
voordoet:
•
Eerste keer starten van een nieuwe machine.
•
De motor is gestopt omdat de brandstof op was.
•
Er is onderhoud uitgevoerd aan componenten van
het brandstofsysteem.
Motor starten
1.
Neem plaats op de bestuurdersstoel, haal
g021215
uw voet van het tractiepedaal zodat deze in
de neutraalstand komt, stel de parkeerrem
in werking, zet de toerentalschakelaar op
de middelste stand en controleer of de
activerings-/blokkeringsschakelaar op Blokkeren
is gezet.
2.
Haal uw voet van het tractiepedaal en let erop
dat het pedaal in de neutraalstand staat.
3.
Draai het contactsleuteltje naar de stand Lopen.
4.
Als het indicatielampje van de gloeibougie dooft,
draait u het contactsleuteltje op Start. Laat het
sleuteltje direct los als de motor start en laat
dit weer terugkeren naar Lopen. Laat de motor
(zonder lading) warm worden en zet vervolgens
de gashendel in de gewenste stand.
Motor afzetten
1.
Zet alle bedieningsorganen in de neutraalstand,
stel de parkeerrem in werking, zet de
toerentalschakelaar op laag stationair en laat de
motor op een laag stationair toerental lopen.
30