– Met behulp van de instelling Grotere capaciteit I/O-adapter in de Advanced System Management
Interface (ASMI) kunnen er HDDW-voorzieningen (Huge Dynamic DMA Window) worden ingeschakeld
voor sleuven.
– Sleuven waarvoor HDDW is ingeschakeld, beschikken over voldoende DDW-voorzieningen om al het
geïnstalleerde platformgeheugen toe te wijzen met behulp van 64 K I/O-toewijzingen.
– De minimumgrootte van DMA-venster voor HDDW-compatibele sleuven is 32 GB.
– Aan sleuven waarvoor HDDW is ingeschakeld, wordt het grootste gedeelte van de berekende DDW-
voorzieningen en HDDW-voorzieningen toegewezen.
Plaatsingsregels voor PCIe-adapters
Gebruik deze informatie bij het selecteren van sleuven voor het installeren van PCIe-adapters in de
9009-41A, 9009-42A en 9223-42H. Gebruik Tabel 5 op pagina 6 voor het identificeren van de priori-
teiten voor sleufplaatsing in het systeem en het maximum aantal adapters dat kan worden geïnstalleerd
in het systeem.
1. De sleuf P1-C11 moet worden gebruikt voor het installeren van de LAN-adapters met featurecodes
(FC's). Andere PCIe-adapterfeatures worden niet ondersteund in deze sleuf.
2. De PCIe3-kabeladapter voor PCIe3 EMX0-uitbreidingsmodule (FC EJ08) wordt ondersteund in
9009-41A, 9009-42A en 9223-42H-systemen met één processor. Deze adapter wordt ondersteund in
P1-C9, P1-C3 en P1-C4 in de 9009-42A en 9223-42H-systemen met dubbele processor.
3. CAPI Accelerator-adapters kunnen worden geïnstalleerd in de sleuven P1-C3, P1-C4, P1-C8 en P1-C9.
4. Sleuven P1-C2 en P1-C8 zijn x8-sleuven met bussen die rechtstreeks afkomstig zijn van de processor-
modules, die kunnen worden gebruikt voor het installeren van high-performance PCIe-adapters. De
adapterprioriteit voor deze sleuf verloopt van de high-performance adapters naar de overige adapters.
5. De sleuven P1-C3, P1-C4 en P1-C9 zijn sleuven met x16-bussen die rechtstreeks afkomstig zijn van de
processormodules, die kunnen worden gebruikt voor het installeren van high-performance PCIe-adap-
ters. De adapterprioriteit voor deze sleuven verloopt van de CAPI Accelerator-adapters via de PCI Ac-
celerator-adapters en high-performance adapters naar de overige adapters.
6. Interne PCIe-sleuven worden gebruikt om interne high-performance SAS RAID-adapters te installe-
ren.
7. Er is geen FCoE-ondersteuning (Fibre Channel over Ethernet) voor FC EN0H, EN0K, FC EN0M, FC EL56
en FC EL57.
8. Mogelijk is er extra hypervisorgeheugen vereist voor het configureren van een SR-IOV-adapter in de
gemeenschappelijke SR-IOV-werkstand. Als het hypervisorgeheugen ontoereikend is, mislukt de aan-
vraag voor overschakeling naar de gemeenschappelijke SR-IOV-werkstand. De gebruiker wordt ge-
vraagd extra geheugen vrij te maken en de bewerking opnieuw te proberen.
Controleer of de adapter wordt ondersteund voor uw systeem. In de onderstaande tabel geeft de kolom
met de featurecode (FC) een overzicht van alle ondersteunde adapters voor deze systemen. Voor meer
informatie kunt u de FC selecteren. Voor een overzicht van alle systemen en EMX0 PCIe3 uitbreidingslade
met POWER9-processors waarop een bepaalde adapter wordt ondersteund, raadpleegt de informatie
over PCI-adapters per featuretype voor de 9008-22L, 9009-22A, 9009-41A, 9009-42A, 9040-MR9,
9080-M9S, 9223-22H, 9223-42H en de EMX0 PCIe3 uitbreidingslade (http://www.ibm.com/support/
knowledgecenter/POWER9/p9hcd/p9hcd_pcibyfeature.htm) .
De 9009-42A- en 9223-42H-systemen kunnen een of twee systeemprocessormodules hebben. De PCIe-
sleufconfiguratie in de 9009-42A- en 9223-42H-systemen met een enkele processormodule is dezelfde
als in het 9009-41A-systeem.
Opmerking: In de volgende tabel komen de sleufprioriteitnummers 2-12 overeen met de sleuflocaties
P1-C2 tot en met P1-C12.
Plaatsing van PCIe-adapters voor de 9009-41A, 9009-42A, or 9223-42H 5