Invoermodi
Bij het schrijven van een bericht:
krijgen
de
navigatietoetsen
volgende functies:
-
De toets
:
Vorig woord
-
De toets
:
Volgende woord
-
De toets
:
Vorige regel
-
De toets
:
Volgende regel
-
De toets
:
Laatste letter wissen
-
De toets
:
Berichtopties
-
De toets
(lang indrukken):
zoommodus (grootte van
tekens wijzigen)
-
De toets
(kort indrukken):
Naar de symbolentabel
Berichten
Op het invoerscherm gebruikt u de toets
De modus waarin u de tekst typt, wordt rechtsboven op het scherm
de
weergegeven. Als u de toets
modus
Met de ABC-Modus voert u woorden in die niet in het woordenboek voorkomen.
Om een bepaald teken te krijgen, moet u enkele malen op de overeenkomstige
toets drukken: de tekens verschuiven over het scherm. Met de 123-Modus voert
u getallen in.
Invoegen wordt gebruikt om symbolen, emoticons, geluiden, visitekaartjes of
een in het menu Organizer opgeslagen evenement toe te voegen.
Hoofdletters
Als u lang op
Als u tweemaal lang op
bericht.
Interpunctietekens
U maakt leestekens (interpunctietekens) met de toets 1 (behalve in 123 modus)
of in de invoegmodus (snelle toegang door kort op de toets
Tekens met accenten
Tekens met accenten worden automatisch gegenereerd in de T9-Modus.
In de ABC-Modus zijn tekens met accenten beschikbaar door op de toets voor
het betreffende teken zonder accent te drukken.
kort indrukt, schakelt u over op een andere
drukt, wordt de volgende letter als hoofdletter weergegeven.
drukt, schakelt u over op hoofdletters voor het hele
om naar andere invoeropties te gaan.
te drukken).
31