7. Controle en onderhoud
41
5. Gebruik voor bijvullen een vulslang met twee kraankoppelingen,
een doek en een ontluchtingssleutel.
T000845-A
6. Sluit de vulslang aan op een (koud) waterkraan.
T000846-A
7. Verwijder lucht uit de vulslang. Vul de slang langzaam met
water. Houd het uiteinde van de slang omhoog, boven een
emmer. Sluit de kraan zodra er water uit de slang loopt.
T000847-A
8. Draai de afsluitdop van de vul- / aftapkraan.
T000848-A
De vul- / aftapkraan hoeft zich niet bij de ketel te bevinden.
MCA 45 - 65 - 90 - 115
280715 - 124807-06