2.2 ELEKTRISCHE AANSLUITING
Het geleverde apparaat dient te worden gebruikt met de spanning die vermeld staat op het typeplaatje dat
aan de rechterzijde van het apparaat is aangebracht.
Het klemmenbord is toegankelijk vanaf de rechterzijde van het apparaat, door het zijpaneel te verwijde-
ren.
Het apparaat dient aangesloten te zijn op een potentiaalver-
effeningssysteem (Afb. 2.2) dat in overeenstemming dient
te zijn met de geldende plaatselijke voorschriften.
De aansluiting dient te worden uitgevoerd middels de
schroef die gemerkt is met het woord EQUIPOTENTIAL en
zich in de buurt van de kabelklem bevindt.
De Fabrikant wijst elke vorm van aansprakelijkheid af
als deze belangrijke veiligheidsinstructies niet in acht
worden genomen.
Het is van belang om het apparaat aan te sluiten op een deugdelijk aardingssysteem.
Daarvoor is er op het klemmenbord een klem met het symbool
worden aangesloten.
Fig. 2.2A
Installeer op het apparaat een automatische stroomonderbreker met een geschikt vermogen en zorg
ervoor dat er tussen de contacten een minimumafstand van 3 mm is.
4 x 2/3 GN / 4 - 7 x 1/1 GN ANALOG
W
, waarop de aardgeleider dient te
Alvorens de voedingskabel aan te sluiten, verwijdert
u de stalen afdekplaat die aan de basis van de oven
is bevestigd met de desbetreffende schroeven (zie
afb. 2.2A); plaats de voedingskabel in de kabelklem
en vervolgens in het klemmenbord via de nabijgele-
gen afgedichte opening.
Als de elektriciteit is aangesloten plaatst u de stalen
afdekplaat die u eerder heeft verwijderd weer terug.
De specificaties van de flexibele kabel voor de elek-
trische aansluiting mogen niet lager zijn dan die van
het type H07 RN-F met rubberen isolatie; de door-
snede van de draden dient overeen te komen met de
doorsnede genoemd in de technische gegevens.
11
Fig. 2.2