Wij raden aan de luchtinlaat niet vóór het product te plaatsen, om onaangename tocht te voorkomen.
De luchttoevoer kan alleen uit een aangrenzend vertrek komen, als:
De stroom ongehinderd kan plaatsvinden door permanente openingen die in verbinding staan met buiten
De aan de installatieruimte grenzende ruimte nooit drukloos is ten opzichte van de buitenomgeving
De aangrenzende ruimte geen garage of een activiteit met brandgevaar is, en ook geen badkamer of slaapkamer
De aangrenzende ruimte geen gemeenschappelijke ruimte in het gebouw is
In Italië geeft de norm UNI 10683 aan dat de ventilatie voldoende is als het drukverschil tussen de externe en de
interne omgeving op 4 Pa of minder wordt gehouden (UNI EN 13384-1 niet-exhaustief voorbeeld).
Dit is de verantwoordelijkheid van de installateur die de conformiteitsverklaring afgeeft.
8.11. Gebruik van concentrische buizen
Zonder afbreuk te doen aan de algemene aanwijzingen, is het mogelijk om concentrische buizen te gebruiken (die
dus de doorgang van de rookgassen aan de binnenkant voorzien en de doorgang van de verbrandingslucht in de
buitenste ronde ring).
Bij dit type installatie volstaat één enkel gat in de muur, in plaats van een gat voor de luchtinlaat en een voor de
afvoer van de rookgassen.
De hoogte moet berekend worden door middel van een specifieke dimensionering met de leverancier van de buizen.
We raden als algemene regel aan om de 6 meter niet te overschrijden.
8.12. Elektrische aansluiting
Plaats het stopcontact op een gemakkelijk bereikbare plaats.
Spanningsschommelingen van meer dan 10% kunnen de werking nadelig beïnvloeden.
De elektrische installatie moet in overeenstemming zijn met de normen; controleer met name de efficiëntie van het
aardcircuit.
De inefficiëntie van het aardcircuit veroorzaakt storingen waarvoor Edilkamin niet
verantwoordelijk kan worden gesteld. De voedingslijn moet een adequate sectie hebben voor
het vermogen van het toestel.
VERMIJD CONTACT VAN DE VOEDINGSKABEL MET HETE ONDERDELEN OF DE
UITLAATPIJP.
Het product wordt geleverd met een voedingskabel die aangesloten moet worden op een 230V 50 Hz stopcontact,
bij voorkeur met een stroomonderbreker.
Als het meetpunt bereikbaar is, installeer dan een meerpolige bedieningsschakelaar die
voldoet aan de geldende regelgeving
Het product wordt geleverd met een zekering 3,15 AT,250 Vac 5x20, aanwezig op de
elektronische besturingskaart, die ALLEEN door technisch personeel vervangen mag worden
Als de voedingskabel beschadigd is, moet hij, om schade te voorkomen, vervangen worden
door de fabrikant of door diens technische servicedienst, of in ieder geval door een persoon
met een soortgelijke kwalificatie
32