6
Inbedrijfstelling
6.1
Product in bedrijf stellen
Het inbedrijfstellingsprogramma biedt hulp bij de inbedrijfstelling. U wordt op het display stap
voor stap geleid. Op sommige punten moeten er dingen worden ingevoerd.
► Volg de aanwijzingen op het touchscreen (zie hoofdstuk 7.1).
● Met of navigeert u door het programma.
● Met
● Met
6.1.1
Inbedrijfstellingsprogramma starten
► Zorg ervoor dat u zouttabletten bij de hand hebt.
► Zorg ervoor dat u de waarde van de ruwwaterhardheid bij de hand hebt.
a Vraag na bij uw waterleidingsbedrijf of
b Stel de waarde vast met behulp van de watertester (zie hoofdstuk 7.6).
1. Steek de stekker in.
2. Selecteer de gewenste taal.
3. Selecteer het continent van de locatie van de installatie.
4. Selecteer de gewenste hardheidseenheid.
5. Selecteer Geleide inbedrijfstelling starten.
» Het inbedrijfstellingsprogramma start.
6.1.2
Verloop van het inbedrijfstellingsprogramma
1. Bevestig de vakkundige installatie van het product.
2. Selecteer de gebruikte afvoeraansluiting.
3. Controleer of de slangen naar het afvoerkanaal met afschot zijn geïnstalleerd.
4. Plaats de watersensor plat op de vloer.
5. Doe geen water in de zouttank.
6. Doe de zouttabletten in de zouttank.
7. Stel de tijd in.
8. Stel de datum in.
9. Stel de ruwwaterhardheid in.
gaat u naar het vorige menu-niveau.
✔
bevestigt u de selectie en komt u bij het volgende menu-niveau.
Inbedrijfstelling
25 | 60