5 Parameters instellen
2
Selecteer AAN/UIT voor de weergave van de analoge balk.
1
Druk op de [F1]-toets of [F3]-toets.
»
Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt, wordt de weergave van de analoge balk
afwisselend AAN/UIT gezet.
2
Druk op de [F2]-toets.
Als de weergave van de analoge balk AAN [on] is geselecteerd:
»
De schaal van de analoge balk kan worden ingesteld.
Wanneer de weergave van de analoge balk UIT [oFF] is geselecteerd:
»
Selectie is bevestigd; verschuift naar het volgende parameteritem.
(Ga naar
3
De schaal van de analoge balk instellen
1
Druk op de [F1]-toets of [F3]-toets.
»
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, verandert de instelling van de analoge schaal.
mm
Auto
0,0005
0,001
0,002
0,005
0,01
0,02
0,05
0,1
0,2
0,5
2
Druk op de [F2]-toets.
»
De instellingen van de schaal van de analoge balk worden bevestigd; verschuift naar het
volgende parameteritem.
(Ga naar
"5.9 Schakelfunctie selecteren" op pagina 57.)
in
Auto
0,00002
0,00005
0,0001
0,0002
0,0005
0,001
0,002
0,005
0,01
0,02
"5.9 Schakelfunctie selecteren" op pagina 57.)
(Kort indrukken) /
55
(Lang indrukken)
Nr. 99MAH054N