4 Meetmethode
4.3
Piekdetectie
Tijdens piekdetectie wordt de meting uitgevoerd terwijl het werkstuk wordt bewogen
en geroteerd waarbij de tastpunt het werkstuk raakt. De weergegeven waarde kan
worden omgeschakeld tussen de Total Runout (TIR), de maximale waarde (Max) en
de minimale waarde (Min) gedetecteerd als de verplaatsingspiekwaarde.
●
Weergave van de huidige waarde
De huidige meetwaarde wordt altijd weergegeven.
●
Weergave Rondloopbreedte (TIR)
De Total runout (maximumwaarde - minimumwaarde) wordt altijd weergegeven
relatief tot de verplaatsing van de meetwaarde. [Max] of [Min] knippert wanneer de
maximum- en minimumwaarden worden bijgewerkt.
De resultaten van de tolerantiebeoordeling worden weergegeven met betrekking tot
de rondloop.
Tips
• Wanneer [Auto] is geselecteerd in "Selectie weergave analoge balk" in de
parameterinstellingsmodus, verandert de analoge balkschaal automatisch zodat de
aanwijzer van de analoge balk altijd binnen het beeldscherm-bereik ligt met betrekking
tot de verplaatsing van de meetwaarde.
• Voor tolerantiebeoordeling wordt de ingestelde boven-/ondergrens van de breedte
vergeleken met de gemeten rondloopbreedte.
●
Weergave Maximumwaarde (Max)
De maximumwaarde wordt altijd weergegeven na de verplaatsing van de
meetwaarde. [Max] knippert wanneer de maximumwaarden worden bijgewerkt.
Resultaten van tolerantiebeoordeling worden weergegeven met betrekking tot de
maximumwaarde.
Tips
• Bij absolute metingen is het mogelijk om een maximumwaarde in te stellen en metingen
uit te voeren op basis van die positie. Raadpleeg voor vooraf ingestelde instellingen
"4.1.1 Oorspronkelijke en vooraf ingestelde waarden instellen" op pagina 24 in
Absolute meting (ABS)" op pagina 23 .
• Als de aanwijzer op de analoge balk het beeldscherm-bereik overschrijdt met betrekking
tot de verplaatsing van de gemeten waarde, keert de aanwijzer automatisch terug naar
de middenpositie.
(Kort indrukken) /
28
(Lang indrukken)
"4.1
Nr. 99MAH054N