Handleiding Lithium Battery Smart
Ontlaadgrafiek die de celspanning laat zien verschillende ontladingsdieptes voor verschillende ontladingssnelheden
Het BMS schakelt alle belastingen uit zodra een accucelspanning onder de lagespanningsdrempel daalt.
Hoewel een BMS wordt gebruikt, zijn er nog steeds een aantal mogelijke scenario's waarbij de accu beschadigd kan worden door
te diepe ontlading. Dit kan gebeuren als kleine ladingen, zoals alarmsystemen, relais, standby-stroom van bepaalde belastingen,
lekstromen van acculaders of laadregelaars, de accu langzaam ontladen wanneer het systeem niet in gebruik is. Daarnaast heeft
de accu zelf ook een kleine hoeveelheid zelfontlading.
Isoleer de accu wanneer het systeem niet in gebruik is, in geval van twijfel over mogelijke reststroomafname. Doe dit door de
accuschakelaar te openen, door aan de zekering(en) van de accu te trekken of door de positieve kabel van de accu los te
koppelen.
Een restontladingsstroom is vooral gevaarlijk als het systeem volledig is ontladen en er een uitschakeling van lage celspanning is
opgetreden. Bij 2,8 V celspanning is er ongeveer 3 % resterende capaciteit en bij 2,6 V is er ongeveer 1 % resterende capaciteit.
Na uitschakeling als gevolg van lage celspanning komt een capaciteitsreserve van 1 % overeen met 1 Ah die overblijft in een
accu van 100 Ah. De accu wordt beschadigd als de resterende capaciteitsreserve uit de accu wordt gehaald. Een reststroom van
10 mA kan bijvoorbeeld een 100 Ah-accu beschadigen als het systeem langer dan 4 dagen (100 uur) in ontladen toestand blijft.
Wanneer alle cellen 2,8 V zijn, betekent dit dat de klemspanning van de accu 11,2 V (22,4 V) is en als alle cellen 2,6 V zijn, is de
klemspanning van de accu 10,4 V (20,8 V). Houd er rekening mee dat het BMS de belastingen uitschakelt zodra één cel onder de
legespanningsdrempel valt. Dit komt mogelijk niet noodzakelijkerwijs overeen met de aansluitklemspanning van de accu. Dus, als
u lagespanningsscenario's onderzoekt, gebruik dan altijd de VictronConnect-app om naar de werkelijke celspanningen te kijken
en vertrouw niet alleen op de klemspanning van de accu.
5.2.4. Vooralarm te lage celspanning
De accu stuurt een signaal naar het BMS in geval van dreigende te lage celspanning. Dit wordt door het BMS gebruikt om een
vooralarmsignaal te genereren. Dit signaal geeft een geavanceerde waarschuwing dat het BMS op het punt staat een signaal
voor "belastingontkoppeling" te genereren, zodat de belastingen worden uitgeschakeld. Dit gebeurt bij een standaard celspanning
van 3,10 V en wanneer het bereik tussen 2,80 V en 3,15 V ligt.
Houd er rekening mee dat oudere accu's mogelijk geen ondersteuning bieden voor het vooralarm.
5.3. Waarschuwingen, alarmen en fouten
Cel te lage spanningwaarschuwing (vooralarm)
De spanning van een of meerdere cellen is te laag aan het worden. De spanning is gezakt onder de vooralarm instelling. Om dit
te verhelpen, laad de accu zo snel mogelijk.
Alarm voor te lage spanning
De spanning van een of meerder cellen is te laag en ontlading is uitgeschakeld. Om deze waarschuwing te verhelpen, laad de
accu zo snel mogelijk.
Pagina 25
Bediening