Handleiding Lithium Battery Smart
5.2. Opladen en ontladen van de accu
Dit hoofdstuk beschrijft het laad-, ontlaad- en celbalanceringsproces in meer detail voor diegenen die geïnteresseerd zijn in de
technische achtergrond.
5.2.1. Opladen
Lithiumaccu's zijn gemakkelijker op te laden dan loodzuuraccu's. De laadspanning kan variëren van 14 V tot 15 V voor een 12,8
V-lithiumaccu en 28 V tot 30 V voor een 25,6 V-lithiumaccu, zolang er geen enkele cel meer dan 4,2 V is. Lithiumaccu's worden
permanent beschadigd als ze te veel worden opgeladen.
Wanneer een cel 4,2 V bereikt, dan zal alle lading in die cel omgezet worden in warmte. Dit is echter onmogelijk op een correct
geïnstalleerd systeem.
Wij adviseren om de absorptielaadspanning tussen 14 V (28 V) en 14,4 V (28,8 V) en de druppelspanning op 13,5 V (27 V) te
houden.
Door de flexibiliteit in laadspanningen kunnen tot 5 accu's zonder al te veel problemen parallel worden aangesloten. Er zal geen
schade optreden als er kleine verschillen zijn in individuele accu spanningen vanwege wisselende kabelweerstanden of interne
accuweerstanden.
Zodra de absorptiefase is voltooid, gaat de acculader over op druppelladen. We raden aan om de druppellaadspanning in te
stellen op 13,5 V (27,0 V).
** Opslagfase is niet per se nodig voor een lithiumaccu, maar als de acculader een opslagmodus heeft, zet deze dan op dezelfde
waarde als de druppellaadspanning.
Wij raden een laadstroom van 0,5 C aan. Dit betekent dat als de accu volledig leeg is, het 2 uur duurt om de accu op te laden.
Een oplaadsnelheid van 0,5 C voor een 100 Ah-accu is 50 A-laadstroom. De maximale laadstroom is 2 C, voor een 100 Ah-accu
is dit 200 A. Hierdoor wordt de accu binnen een half uur opgeladen. Maar houd er rekening mee dat de accu's meer warmte
produceren wanneer hoge laadstromen worden gebruikt. Er is meer ventilatie ruimte nodig rond de accu's en afhankelijk van de
installatie is hete luchtafzuiging of geforceerde luchtkoeling mogelijk nodig.
Lithiumacculaadgrafiek
Het BMS schakelt alle laadbronnen uit zodra een accucelspanning 3,75 V bereikt of als de accutemperatuur onder 5 °C daalt of
boven 75 °C stijgt. Dit betekent dat alle laadbronnen die zijn aangesloten op de lithiumaccu de mogelijkheid moeten hebben om
te worden bestuurd door het BMS.
5.2.2. Celbalancering
The accu bestaat uit lithiumcellen die in serie zijn geschakeld. De 12,8 V accu heeft 4 cellen in serie en de 25,6 V accu. heeft 8
cellen in serie.
Waarom cel balanceren nodig is
Hoewel zorgvuldig geselecteerd tijdens het productieproces, zijn de cellen in de accu niet 100 % identiek. Daarom zullen
sommige cellen, tijdens de cycli, eerder opladen of ontladen dan de andere cellen. De verschillen zullen in de loop van de tijd
toenemen als de cellen niet regelmatig worden gebalanceerd.
Hetzelfde gebeurt in een loodzuuraccu, maar daar corrigeren de cellen zichzelf zonder de noodzaak van celbalancerings
elektronica, omdat er een kleine stroom blijft lopen, zelfs nadat een of meer cellen volledig zijn opgeladen. Deze stroom helpt om
Pagina 22
Bediening