4
Problemen oplossen
4-1
Voordat u om hulp vraagt
Controleer volgende onderdelen voordat u om hulp vraagt. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met het
dichtstbijzijnde servicecentrum van Samsung Electronics.
Geen stroom.
Installatie en
Ik wil mijn projector aan het plafond monteren. De steun voor installatie aan het plafond is apart verkrijgbaar.
aansluiting
Er kan geen een externe bron worden geselec-
teerd.
De afstandsbediening werkt niet.
Menu en
afstandsbe-
diening
Ik kan een menu niet selecteren.
Ik kan geen beeld krijgen.
Scherm en
externe bron
Slechte kleuren.
Het beeld is niet duidelijk.
Vreemde geluiden.
Het indicatielampje brandt.
Er zijn lijnen op het scherm zichtbaar.
Er wordt geen extern apparaat weergegeven.
Er wordt alleen een blauw scherm weergege-
ven.
Het scherm is zwart-wit of een vreemde kleur/
het scherm is te donker of licht.
4-1
Symptomen
Problemen oplossen
Controleer de kabelaansluitingen.
Neem contact op met uw plaatselijke leverancier.
Controleer of de verbindingskabels goed en op de juiste poort
zijn aangesloten. Als het apparaat niet goed is aangesloten, kan
het niet worden geselecteerd.
Zorg dat de juiste externe bron is geselecteerd.
Controleer de batterij van de afstandsbediening. Als er iets mis
is met de batterij, vervangt u deze door een nieuwe batterij van
het aanbevolen formaat.
Richt de afstandsbediening op de sensor op de voor- of achter-
kant van het apparaat, vanaf een maximale afstand van 7 meter.
Verwijder obstakels tussen de afstandsbediening en het appa-
raat.
Direct licht van gloeilampen of andere verlichting op de sensor
van de projector kan de gevoeligheid van de sensor beïnvloe-
den en de afstandsbediening beschadigen.
Controleer of de batterijruimte van de afstandsbediening niet
leeg is.
Controleer of het indicatielampje boven op de projector in inge-
schakeld.
Controleer of het menu grijs wordt weergegeven. Grijze menu's
zijn niet beschikbaar.
Controleer of het netsnoer van de projector is aangesloten.
Controleer of de juiste invoerbron is geselecteerd.
Controleer of de kabels goed en op de juiste poorten aan de
achterkant van de projector zijn aangesloten.
Controleer de batterijen van de afstandsbediening.
Controleer of de instellingen voor <Kleur> en <Helderheid> niet
op hun minimum zijn ingesteld.
Pas <Tint> en <Contrast> aan.
Pas de scherpstelling aan.
Controleer of de projectieafstand niet te groot of te klein is.
Als u voortdurend een vreemd geluid hoort, neemt u contact op
met ons servicecentrum.
Zie Corrigerende handelingen op basis van indicatielampjes.
Aangezien er bij gebruik van de computer ruis kan optreden,
moet u de frequentie van het scherm aanpassen.
Controleer de werking van het externe apparaat en controleer of
de instelbare eigenschappen zoals Helderheid en Contrast in
het <Modus>-scherm van het projectormenu op de juiste manier
zijn gewijzigd.
Sluit de externe apparaten zorgvuldig aan. Controleer de kabel-
aansluitingen nogmaals.
Controleer zoals hiervoor is beschreven, de instellingen
voor<Helderheid>, <Contrast > en <Kleur> in het menu.
Controleer <Kleurpatroon> in de schermenu's.
Als u de diverse instellingen weer op de fabriekswaarden wilt
terugzetten, kiest u <Fabrieksinstellingen> in het menu.
Problemen oplossen