onderstaande tabel. Indien er geen bits ingesteld zijn of als er een ongeldig bitpatroon ingesteld werd, zal de
standaard failsafe de pomp stoppen.
Bit
0
Blijven draaien op de laatst gevraagde snelheid
1
Blijven draaien op de failsafe snelheid
2-7
Gereserveerd
De failsafe- snelheidsparameter wordt gebruikt om te bepalen op welke snelheid de pomp moet blijven
draaien wanneer er een PROFIBUS-communicatiestoring optreedt als in de failsafe-gebruikersparameter bit
1 ingesteld staat.
PROFIBUS gegevensuitwisseling
Standaardadres:
PROFIBUS Ident:
GSD-bestand:
Configuratie:
Gebruiker parameter bytes:
De gegevens voor volledige gegevensuitwisseling staan als referentiemateriaal voor een PROFIBUS
netwerk-operator op onze website wmftg.com.
Cyclische gegevens schrijven (van master naar pomp)
16 bit
16 bit
16 bit
Besturingswoord
Bit
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9-15
26
126
0x0F70
WAMA0F70.GSD
0x62, 0x5D (3 woorden uit, 14 woorden in)
6
Byte 1, 2
Byte 3, 4
Byte 5, 6
Omschrijving
Motor draait (1 = draait)
Draairichting (0 = naar rechts, 1 = naar links)
Tacho reset (1 = telling resetten)
Gereserveerd
Veldbus min./max. toerental inschakelen (1 = ingeschakeld)
Veldbus debietkalibratie inschakelen (1 = ingeschakeld)
Lekdetectiesensor negeren
Vloeistofpeil resetten
Pompkop en slang
Gereserveerd
Omschrijving
Besturingswoord
Instelpunt snelheid pompkop (niet-ondertekend)
Instelling debietkalibratie in µl per omwenteling
m-530bpn-nl-01