13
Bedrading voor aansturen
13.1
Bovenste D-connector
Aanbevolen besturingskabel: 7 / 0,2 mm 24 AWG afgeschermd. De afgeschermde kabel moet geaard zijn
met een aansluiting van 360 graden op een geleidende achtermantel. Dit wordt aangesloten op de
netstroomaarde van de pomp via de D-connector. Netstroomaarde is ook aanwezig op pin 1 Bovenste D en
pin 13 Onderste D.
Sluit nooit netspanning aan op de D-connectoren. Sluit de juiste
signalen aan op de hieronder weergegeven pinnen. Beperk signalen
tot de aangegeven maximumwaarden. Voer geen spanning over
andere pinnen. Er kan dan blijvende schade worden aangericht die
niet onder de garantie valt.
Houd de 4-20 mA signalen en de laagspanningssignalen gescheiden
van de netvoeding. Gebruik aparte invoerkabels met kabeltules.
Zorg ervoor dat meeraderige draden worden afgesloten met een
klemverbinding die geschikt is voor de doorsnee van de draad.
Gebeurt dit niet, dan kan dit een elektrische schok veroorzaken.
13.2
PROFIBUS
PROFIBUS 9-pin D - Alleen een kabel gebruiken die geschikt is voor PROFIBUS DP-installatie.
m-530bpn-nl-01
23