Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanvoer-Maximaalbegrenzing; Verwarmingsgrenzen; Stookgrens Dagbedrijf (Zomer); Stookgrens Nachtbedrijf (Zomer) - REMEHA rematic SR 5240 C1 Technische Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor rematic SR 5240 C1:
Inhoudsopgave

Advertenties

4.2 Aanvoer-maximaalbegrenzing

De aanvoertemperatuur wordt op de ingestelde waarde
begrensd.
Let op:
Geen veiligheidsfunctie! Bij een vloerverwarming is
bovendien een aanlegthermostaat voorgeschreven.

4.3 Verwarmingsgrenzen

4.3.1 Stookgrens dagbedrijf (zomer)

Als de buitentemperatuur tot boven de ingestelde waarde
stijgt, wordt de verwarming uitgeschakeld. De warmwater-
bereiding blijft in bedrijf. De verwarming wordt automatisch
ingeschakeld als de buitentemperatuur meer dan 2K
onder de ingestelde waarde zakt.
TV(¡C)
stooklijn-nachtbedrijf
stooklijn-dagbedrijf
60
50
40
30
20
10
-10
-5
-15
0
Afb. 05 Stookgrenzen

4.3.2 Stookgrens nachtbedrijf (zomer)

Als de buitentemperatuur meer dan 2K onder de ingestelde
waarde zakt, regelt het apparaat de aanvoertemperatuur
overeenkomstig de nachtverlagingsstooklijn. Boven de
ingestelde waarde is c.v.-bedrijf uitgeschakeld. Als een
waarde onder de +2°C buitentemperatuur wordt ingesteld,
is tussen deze instelwaarde en +2°C de hieronder be-
schreven vorstbeveiliging actief.

4.3.3 Vorstbeveiliging

Onder +2°C buitentemperatuur (vorstbeveiligingsgrens)
loopt de circulatiepomp. De aanvoertemperatuur tijdens
vorstbeveiliging blijkt uit het volgende diagram. De ketel
wordt door de regelaar ingeschakeld en stookt volgens de
vorstbeveiligingsstooklijn met een minimum van 16°C.
Als de instelwaarde van de 'stookgrens nachtbedrijf'
hoger dan 2°C is geldt de functie conform par. 4.3.2.
TV(¡C)
40
Stooklijn tijdens vorstbeveiliging
30
(voorbeeld; steilheid is 1.0)
20
10
-15
-10
-5
0
Afb. 06 Vorstbeveiligingsstooklijn
voetpunt
TA (¡C)
5
10
15
20
vorstbeveiligingspunt + 2¡C
voetpunt
(0¡C watertemp. bij 15¡C
buitentemperatuur)
TA (¡C)
5
10
15
20
vorstbeveiligingspunt + 2¡C
rematic

4.4 Starttijd optimalisering

De regelaar berekent automatisch de starttijd voor het
tijdig opwarmen van de installatie. Hij houdt rekening met:
- de ingestelde basis-waarde
- de gemeten buitentemperatuur (°C)
- de ruimtetemperatuur voor zover ruimtetemperatuur
compensatie (3-6) en automatische stooklijncorrectie
(4-6) actief zijn.
Instelaanbeveling:
Functie
vloerverwarming
radiatorverwarming
Als het gebouw te vroeg of te laat op dagtemperatuur is,
moet de basiswaarde als volgt worden aangepast.
Klacht
basiswaarde
te vroeg warm
verkorten
te laat warm
verlengen

4.5 Ruimtetemperatuurcompensatie

Ruimtetemperatuurcompensatie is alleen toepasbaar als
de regelaar in een referentieruimte, bijv. de woonkamer,
is gemonteerd.
Bij afwijking van de ruimtetemperatuur t.o.v. de instel-
waarde (bijv. door interne warmtelast, zoninstraling enz.)
corrigeert de regelaar de aanvoertemperatuur overeen-
komstig de hier ingestelde waarde. Deze geeft aan
hoeveel graden de aanvoertemperatuur per graad
ruimtetemperatuurafwijking wordt verhoogd of verlaagd.
Ruimtetemperatuur
te hoog
te laag
Instelaanbeveling
geen compensatie
vloerverwarming
radiatorverwarming
- zwakke compensatie
- gemiddelde compensatie
- sterke compensatie

4.6 Stooklijncorrectie

Stooklijncorrectie is alleen toepasbaar als de regelaar in
een referentieruimte, bijv. de woonkamer, is gemonteerd.
Op basis van een meerdaagse vergelijking tussen
gemeten en gewenste ruimtetemperatuur bepaalt de
regelaar de optimale stooklijn voor het gebouw.
Instelaanbeveling:
als de regelaar niet in een referen-
tieruimte hangt of de ruimtetempe-
ratuur wordt sterk beinvloed door
externe factoren (interne warmte-
last, zon, etc.)
anders
8
®
SR 5240 C1
t
(minuten)
t
instelwaarde
210 (min)
150 (min)
toets indrukken
t
"- zijde"
"+ zijde"
Comp.
aanvoertemperatuur
= verlaging
= verhoging
instelwaarde
0
1-4
1-3
4-6
7-9
Comp.
instelwaarde
off
on

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave