6. VERKLARING VAN DE BEGRIPPEN
Installateursniveau
Deze instelniveaus zijn aan de installateur voorbehouden.
Ze omvatten instelwaarden voor het aanpassen van de
regelaar aan de c.v.-installatie en het gebouw.
Stooklijncorrectie
Automatische aanpassing van de stooklijn aan het
gebouw.
Klimaatzone
Met 'Klimaatzone' wordt de ontwerpbuitentemperatuur
bedoeld.
In het algemeen wordt in Nederland in de kustgebieden
een klimaatzone van -8°C aangehouden en verder land-
inwaarts -10°C.
7. STORINGSMELDINGEN
Storingsmeldingen worden in het display aangeduid met
de letters "Err" op de plaats waar anders de tijd is
aangegeven. Daarnaast verschijnt op de plaats van de
temperatuur een van de volgende aanduidingen:
Een getal (bv 36)
De ketel staat op storing en de code geeft de storings-
oorzaak aan.
Streepjes (----)
Er is geen communicatie tussen de regelaar en de
ketel.
Raadpleeg in deze gevallen het hoofdstuk
Storingen in de Technische informatie van de ketel.
rematic
Actuele waarde
Gemeten temperatuur.
Starttijdoptimalisering
Automatische aanpassing van het opstooktijdstip zodat
de gewenste ruimtetemperatuur op de geprogrammeerde
tijd wordt bereikt.
Instelwaarden
Door de gebruiker of door de installateur ingestelde
temperatuur waarop de verwarmingsregelaar de actuele
waarde afregelt. Of door de regelaar berekende tempe-
raturen bijv. de berekende aanvoertemperatuur op basis
van stooklijn, buitentemperatuur- en ruimtetemperatuur-
compensatie.
Indien de display helemaal leeg blijft of geen zinvolle
informatie weergeeft, kan m.b.v. de resettoets de micro-
processor opnieuw gestart worden (zie ook par. 3.2.2) .
Het ingevoerde programma blijft intact. Eventueel moet
alleen de tijd en de dag opnieuw ingesteld worden. Als
resetten niet helpt, raadpleeg dan het hoofdstuk
Storingen in de Technische informatie van de ketel.
10
®
SR 5240 C1