2. MONTAGE EN INSTALLATIE-AANWIJZINGEN
2.1 Algemeen
Als de in de regelaar ingebouwde ruimtevoeler wordt
gebruikt (ruimtetemperatuurcompensatie, automatische
stooklijncorrectie, optimalisering), dienen de aanwijzin-
gen in par. 2.2 en 2.3 in acht te worden genomen. De
regelaar kan ook m.b.v. een meegeleverde montage-
plaat in de Remeha W40/60-m ECO worden ingebouwd.
Zie hiervoor de bijgeleverde montage-instructie.
2.2 Bepaling van de montageplek
- In de referentieruimte aan een binnenwand met nor-
maal verwarmde nevenruimte. In deze ruimte mogen
geen andere regelapparaten, b.v. thermostatische
radiatorkranen, werkzaam zijn;
- ca. 150 cm vanaf de grond;
- zorg voor vrije luchtcirculatie (niet in nissen, kasten enz);
- niet naast een warmtebron plaatsen of aan direct
zonlicht blootstellen.
2.3 Bepaling van de referentieruimte
- In een huis met meerdere wooneenheden met op ver-
schillende windrichtingen georiënteerde woonruimten:
in een op het noordwesten gelegen woonruimte;
- In een eengezinswoning: in de woonkamer.
2.4 Montage
Afb. 01 Display en vergrendeling
De regelaar is uitgerust met een voetplaat. Om de rege-
laar van de voetplaat te nemen dienen de nokken die
aan de zijkant verdekt onder het voordeksel zitten met
de vingers te worden ingedrukt.
Let er bij de montage op, dat de kabelopening aan de
achterkant boven de klemmenstrook ligt en dat de klem-
mennummering op de bodem van de voetplaat goed
leesbaar is (links 1, rechts 6).
De kabels moeten via de opening in de bodem of via de
uitbreekbare insteekopeningen "A" in de kabelruimte
worden gebracht.
De voetplaat wordt nu met minimaal 2 schroeven aan de
muur bevestigd of, bij montage in de Remeha W40/60-m
ECO, op de meegeleverde montageplaat.
rematic
Afb. 02 Voetplaat met kabelruimte
2.5 Installatie-instructies en voorbereiding voor de
inbedrijfstelling
De elektrische installatie en de beveiliging dienen aan
de plaatselijke voorschriften te voldoen. In verband met
de beperkt beschikbare ruimte dient de bedrading binnen
de aangegeven kabelruimte te worden gelegd en niet
aan de linkerkant van de klemmenstrook. De klemmen-
strook kan door het uitoefenen van een lichte zijwaartse
druk uit de vergrendeling worden getild en er omgekeerd
worden ingezet, zodat de bedrading zonder omwegen
naar buiten kan worden gevoerd. Voor de bedrading
moet altijd de nummering op de voetplaat worden aan-
gehouden.
Als de installatie correct geïnstalleerd en bedrijfsklaar is,
controleer dan of:
- de zekeringen van de elektrische installatie in orde zijn;
- alle vereiste stekkerverbindingen gemaakt zijn;
- de hoofdschakelaar op de ketel ingeschakeld is (alleen
bij de Remeha W40/60-m ECO).
Let op:
Let er op, dat voordat u met de bedradingswerkzaam-
heden begint, alle leidingen spanningsloos zijn; vóór het
erop zetten of het eraf halen van de regelaar dient de
spanning te worden uitgeschakeld. Raak nooit de
bedrading en de aansluitpinnen van de regelaar aan.
2.6 Back-up batterij
Daar de regelaar gevoed wordt vanuit de ketel, dient de
stekker van de ketel alleen bij onderhoud, reparatie of
een noodsituatie uit het stopcontact genomen te worden.
De regelaar heeft een back-up batterij, zodat noch de
tijd noch het programma nadien opnieuw ingesteld
behoeft te worden.
4
®
SR 5240 C1
A
A
42 mm
Kabelruimte