We gaan nu controleren of het geheel van rietladen en staanders zuiver vlak is en we corrigeren
dat zonodig.
Neem de rietlade bij het handvat en trek het heel langzaam een klein stukje naar je toe. Als de
rietlade vlak is, zullen de staanders tegelijk of nagenoeg gelijk van de buffers vrij komen en ook
tegelijk de buffers raken, wanneer je de staanders er weer tegenaan laat rusten.
Wanneer de staanders niet op hetzelfde moment van de buffers vrijkomen, staat de rietlade iets
scheef in het getouw en je kunt dit corrigeren met de kartonnen strookjes uit het beslagzakje.
De rietstaander die het laatst van de buffer vrijkomt als je de lade naar voren trekt, is degene
waar je een of meer kartonnen strookjes in de keep tussen onderlade en staander moet steken.
Plaats de rietlade in het getouw; door hem schuin
te houden leid je hem eerst langs de ene en dan
langs de andere zijregel. Plaats de
scharnierhaken in de sleuven van de onderste
zijregels.
Monteer het handvat op de bovenrietlade.
Tussen de kop van de houtdraadbout en de
rietlade plaats je een ring, evenals tussen de
afstandsbus en de rietlade. Tussen de bus en het
handvat komt geen ring en je draait de bout zo
strak aan dat de bus net in het hout van het
handvat dringt.
Monteer de bovenrietlade met de slotbouten met
ring en vleugelmoer. Let er op dat de ring onder
de vleugelmoer komt en niet tussen rietlade en
staander.
Als je na het aandraaien van de vleugelmoer met
een hamer op de kop ban de slotbout tikt, kun je
de vleugelmoer opnieuw aandraaien. Herhaal dit
tot de kop volledig aangetrokken is.
14