INTELLIDOX-DOCKINGMODULE
Detectorfirmware overdragen via Fleet Manager II
Als een module of reeks modules is aangesloten op een netwerk, kunt u het bestand met
de firmware-update voor de detector via Fleet Manager II overdragen naar meerdere
geselecteerde modules. Meer informatie vindt u in de handleiding van Fleet Manager II.
De detectorfirmware bijwerken
Modules moeten worden geconfigureerd via Fleet Manager II om firmware-updates bij het
insteken mogelijk te maken voor compatibele detectoren. Zie voor meer informatie
Instellingen modules en detectoren configureren op pagina 36.
BW TECHNOLOGIES BY HONEYWELL
1.
Download het firmware-updatebestand en bewaar het op een pc of netwerkstation.
Verander de naam van het bestand niet.
Start Fleet Manager II en log in als beheerder. Selecteer Apparaten configureren
2.
via IntelliDoX in het menu Apparaten . Het dialoogvenster Selectie IntelliDoX-
configuratie wordt getoond.
Selecteer een configuratiebestand en klik op OK. Het dialoogvenster Configuratie
3.
IntelliDoX-apparaat wordt getoond.
Klik op Bootloader. Het dialoogvenster Selectie IntelliDoX wordt getoond.
4.
Klik op Kies bestand. Het dialoogvensterKies firmwarebestand voor upload
5.
wordt getoond. Selecteer het gedownloade bestand en klik vervolgens op
Openen. Het dialoogvenster Selectie IntelliDoX wordt getoond.
Selecteer een of meer IntelliDoX-modules en klik vervolgens op OK. Er wordt een
6.
voortgangsscherm getoond terwijl het firmware-updatebestand automatisch wordt
overgedragen aan de geselecteerde modules.
Als de overdracht is voltooid, klikt u op OK om het dialoogvenster te sluiten.
7.
Steek een compatibele detector in de module. Identificatie detector wordt
1.
getoond op het LCD-scherm.
2.
Als de module is geconfigureerd om bij het insteken een firmware-update en
andere procedures uit te voeren en er een firmware-update beschikbaar is,
worden de gebeurtenislogs van de detector automatisch overgedragen naar de
module en wordt de firmware-update gestart.
Het LCD-scherm wordt geel. Een voortgangsbalk en de melding Upgrade
3.
detectorfirmware worden getoond.
4.
Nadat de upgrade is voltooid, wordt de detector opnieuw opgestart. Afwisselend
worden de meldingen Detector wordt opnieuw opgestart en Deksel niet
openen getoond.
5.
Als het opnieuw opstarten is geslaagd, wordt het LCD-scherm groen en wordt de
melding Firmware-upgrade voltooid getoond. Andere procedures die na het
insteken automatisch moeten worden gestart, worden uitgevoerd.
6.
Nadat alle bewerkingen zijn voltooid, controleert u de firmware-update.
1.
Open het deksel en verwijder de detector.
2.
Controleer de firmwareversie. Meer informatie vindt u in de handleiding van
de betreffende detector.
HANDLEIDING || FIRMWARE BIJWERKEN
PAGINA
VAN 84
74