INTELLIDOX-DOCKINGMODULE
De standaard in elkaar zetten
Het achterpaneel van de module kan worden gebruikt als een standaard voor het
ondersteunen van een afzonderlijke module of een reeks met maximaal vijf aangesloten
modules onder een hoek die geschikt is voor normaal gebruik.
De standaard in elkaar zetten
1.
2.
3.
4.
5.
6.
BW TECHNOLOGIES BY HONEYWELL
WAARSCHUWI
Gebruik de standaard niet wanneer er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn.
Probeer geen onderdelen van de standaard te repareren of te vervangen. Neem
direct contact op met BW Technologies of met een erkende distributeur wanneer de
plaat beschadigd is of ontbreekt.
De apparatuur mag alleen worden gebruikt in een normale atmosfeer (20,9% v/v O
zonder gevaarlijke gassen. De apparatuur niet in een gevaarlijke zone gebruiken. Als
u deze waarschuwing niet in acht neemt, kan dit brand en/of een ontploffing
veroorzaken.
Installeer de module niet in de buurt van warmtebronnen of op trillende oppervlakken.
De apparatuur is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnen.
Ontkoppel het netsnoer, de netwerkkabel, de slang en het inlaatfilter.
Maak het achterpaneel los.
1.
Houd de module vast terwijl het achterpaneel naar u toe is gekeerd.
2.
Zoek de paneelvergrendeling bovenaan links op de module, vlakbij het
paneelscharnier.
3.
Druk stevig op de paneelvergrendeling en blijf erop drukken terwijl u het
paneel naar rechts schuift totdat de scharnierpennen vrijkomen.
Duw de armen van de metalen beugel naar elkaar toe om de uiteinden vrij te geven.
Neem direct contact op met BW Technologies of met een erkende distributeur
wanneer de metalen beugel beschadigd is of ontbreekt.
Bevestig het achterpaneel aan de scharnierverbinding. Lijn de scharnieren van de
module uit met de scharnierpennen op het achterpaneel. Duw het achterpaneel stevig
naar links zodat de scharnierpennen op hun plaats worden vergrendeld.
Druk de armen van de metalen beugel naar elkaar toe en steek deze in de opening
voor de klem aan de achterzijde van de module.
Prepareer de module voor gebruik.
1.
Breng de eindplaat aan. Controleer of de vergrendelingsarm naar beneden
is gelaten en vergrendeld is.
2.
Sluit de inlaatfilters, slang, netwerkverbinding en het netsnoer aan.
HANDLEIDING || MODULES IN ELKAAR ZETTEN
PAGINA
)
2
VAN 84
15