INTELLIDOX-DOCKINGMODULE
Instellingen modules en detectoren configureren
Sommige functies, opties en instellingen voor de module en/of compatibele detectoren
kunnen worden geconfigureerd met Fleet Manager II. U moet Fleet Manager II gebruiken
om een configuratiebestand te maken dat compatibel is met de module. Nadat het
configuratiebestand is gemaakt, draagt u dit over naar een of meer modules om de
nieuwe configuratie-instellingen te implementeren. Raadpleeg de handleiding van Fleet
Manager II en de handleiding van de betreffende detector voor meer informatie.
Workflow: Instellingen configureren
1.
2.
3.
Een configuratiebestand maken met Fleet Manager II
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
BW TECHNOLOGIES BY HONEYWELL
HANDLEIDING || INSTELLINGEN CONFIGUREREN MET BEHULP VAN FLEET MANAGER II
Maak het configuratiebestand.
Draag het configuratiebestand over naar een of meer modules via Fleet Manager II of
door middel van een USB-stick.
Draag de configuratie-instellingen over naar een detector.
Start Fleet Manager II en log in als beheerder.
Selecteer Apparaten configureren via IntelliDoX in het menu Apparaten. Het
dialoogvenster Selectie IntelliDoX-configuratie wordt getoond.
Selecteer een configuratiebestand en klik op OK. Het dialoogvenster Configuratie
IntelliDoX-apparaat wordt getoond.
Selecteer het tabblad voor een compatibele detector en selecteer vervolgens het
tabblad 'Configuratie detector'. Pas de beschikbare detectorfuncties, opties en
instellingen naar behoefte aan. Raadpleeg de handleiding van Fleet Manager II en de
handleiding van de betreffende detector voor meer informatie.
Selecteer het tabblad Configuratie IntelliDoX. Pas de beschikbare functies, opties
en instellingen naar behoefte aan. Raadpleeg de handleiding van Fleet Manager II en
de handleiding van de betreffende detector voor meer informatie.
Draag de configuratie-instellingen over naar een of meer modules via Fleet Manager
II of door middel van een USB-stick. Meer informatie vindt u in:
Het configuratiebestand overdragen naar een module via
1.
Fleet Manager II op pagina 57.
Het configuratiebestand overdragen naar een module met behulp van
2.
een USB-stick op pagina 58.
Sla het configuratiebestand zo nodig op een pc of in een netwerkmap op.
PAGINA
VAN 84
56