Inhoudsopgave
Advertenties
6.4.2
6.6.7 – LOKAAL LOADMANAGEMENT APPARAAT
6.6.7.1 – MODBUS TCP/IP PROTOCOL PARAMETERS
Alp Easy Charge Oval fungeert als slave-apparaat in de Modbus TCP/IP communicatie. Het
laadstation moet zich in hetzelfde netwerk bevinden als het masterapparaat of er moet
een goede routing worden toegepast om de communicatie tussen slave- en
masterapparaten in verschillende subnetwerken mogelijk te maken. Elk laadpunt moet
een ander IP-adres hebben. Modbus TCP-communicatiepoortnummer is 502 en Modbus
Unit ID is 255 voor Ve Alp Easy Charge Oval laadpunten. Er kan altijd maar één actieve
Modbus-masterverbinding zijn. Wanneer een nieuwe Modbus-verbinding tot stand wordt
gebracht, moet de master onmiddellijk de registers Failsafe Current, Failsafe Timeout en
Charging Current instellen. De master stelt ook periodiek het register Alive in om aan te
geven dat de verbinding nog leeft. Als de master de waarde van het levend register niet
bijwerkt tot de failsafe time-out, schakelt het apparaat over naar de failsafe-status; de
TCP-socket wordt beëindigd en de failsafe-stroom wordt actief. Als updateperiode van het
levend register wordt de helft van de failsafe-time-out aanbevolen.
6.6.7.2 – STATISCH BEHEER
Voor statisch beheer kan een vermogenslimiet worden ingesteld op de laadbeheergroep
en de lader zal niet boven de vermogenslimiet gaan.
Figuur-63
58
Advertenties
Inhoudsopgave
