Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Alp Easy Charge Oval
Installatie Handleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor ALP EV Alp Easy Charge Oval

  • Pagina 1 Alp Easy Charge Oval Installatie Handleiding...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoud 1 - VEILIGHEIDSINFORMATIE ................. 2 1.1 - VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN ............3 1.2 – WAARSCHUWINGEN AARDING ............3 1.3 – VOEDINGSKABELS, STEKKERS EN LAADKABEL WAARSCHUWINGEN ..3 1.4 – WANDMONTAGE WAARSCHUWINGEN ..........3 2 - OMSCHRIJVING ....................4 2.1 – MODEL OMSCHRIJVING..............4 2.2 - MODEL REFERENTIES ..............
  • Pagina 3 6.3.11 – RESETTEN RFID-KAART EN REGISTREREN NIEUWE MASTER RFID-KAART IN STANDALONE GEBRUIKERSMODUS ............. 32 6.3.12 – EHTHERNETPOORT INSTELLEN STANDALONE MODUS ..33 6.3.13 – WEBCONFIGURATIE INTERFACE IN- EN UITSCHAKELEN ..33 6.3.14 - ETHERNETSERIESCHAKELING (OPTIONEEL)......34 6.4 - OCPP VERBINDING (OPTIONEEL) ............35 6.4.1 –...
  • Pagina 4 6.6.3.8. – AFSCHERMING OVERCAPACITEIT ......51 6.6.4 – AANPASSEN OCPP INSTELLINGEN APPARAAT ...... 52 6.6.5 – AANPASSEN NETWERK KOPPELINGEN INSTELLINGEN APPARAAT 54 6.6.6 – INSTELLINGEN ZELFSTANDIGE MODUS APPARAAT ....56 6.6.7 – LOKAAL LOADMANAGEMENT APPARAAT ......58 6.6.7.1 - MODBUS TCP/IP PROTOCOL PARAMETERS .....
  • Pagina 5: Veiligheidswaarschuwingen

    WAARSCHUWING RISICO OP ELEKTRISCHE SCHOK LET OP: HET LAADPUNT VAN HET ELEKTRISCHE VOERTUIG MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD DOOR EEN ERVAREN ELEKTRICIEN VOLGENS DE REGIONALE EN WAARSCHUWING AC-net of de planning van de belasting. 1.1 VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN Deze veiligheids- en bedieningsinstructies moeten op een veilige plaats worden bewaard voor •...
  • Pagina 6: Wandmontage Waarschuwingen

    Zorg ervoor dat de gespecificeerde stroomonderbreker en aardlekschakelaar zijn aangesloten op • het elektriciteitsnet van het gebouw om het risico op explosie en elektrische schokken te voorkomen. Het laagste deel van de wandcontactdoos bevindt zich op een hoogte tussen 0,5 m en 1,5 m boven •...
  • Pagina 7: Omschrijving

    - OMSCHRIJVING – MODEL OMSCHRIJVING Model omschrijving: Alp EASY CHARGE OVAL Electric Vehicle AC Charger 1st Asterisk (*) : Rated Power 7 : 7.4 kW (1Phase Supply Equipment) 11 : 11 kW (3Phase Supply Equipment) 22 : 22 kW (3Phase Supply Equipment) 2ᵉ...
  • Pagina 8 AC7SW AC7SWA AC7SLA-T2P AC7SWDA-T2S AC7SLDMID AC7SLWDA-T1P AC11SWA-T2P AC11SLD AC11SWDA AC11SLWDA-T2P AC11SLWDA-T2S AC22SLDMID C22SWDA AC22SWD AC22-SWLDMID AC22SLWDA-T2P AC22SLWDA-T2S AC22SWLDMID-T2P AC22SLMID...
  • Pagina 9: Algemene Informatie

    3 - Algemene informatie socket model Kabel model kabel modellen socket modellen RFID Card Reader RFID Card Reader Status indicator LED Status indicator LED Dummy Socket MID Meter Charging Plug Socket Outlet Product Label Product Label Wartel voor voeding Wartel voor voeding Wartel voor datakabel Wartel voor datakabel Wartel voor vaste kabel...
  • Pagina 10: Maattekeningen

    3.2 - MAATTEKENINGEN – Model zonder display 3.2.1 315.0 460.0 3.2.2 – Model met display 135.0 315.0 177.5 460.0 101.0 181.0...
  • Pagina 11: Vereist Gereedschap En Accessoires

    4 – VEREIST GEREEDSCHAP EN ACCESSOIRES Boor 8mm Klopboormachine Torx T25 Security Spanningszoeker Waterpas schroevendraaier Schroevendraaier platte Haakse schroevendraaier / Torx Puntige Spudger kop (breedte 2.00-2.5 T20 veiligheids Bit Cat5e or cat6 ethernet RJ45 Krimptang kabel...
  • Pagina 12: Technische Specificaties

    5 – TECHNISCHE SPECIFICATIES Dit product voldoet aan de IEC61851-1 (Ed3.0) norm voor Mode 3 gebruik. Model AC22 Series AC11 Series AC7 Series IeC Beschermingsklasse Class - I socket Model Socket TYPE 2 (IEC 62196) Type socket kabel Model Kabel met TYPE 2 ( IEC 62196) Female stekker 400VAC 50/60 Hz - 400VAC 50/60 Hz- 230VAC 50/60 Hz -...
  • Pagina 13: Mechanische Specificaties

    Mechanische specificaties Materiaal Kunststof Afmeting 315 mm (breedte) x 460 mm (hoogte) x 135 mm (diepte) Afmetingen (verpakking) 405 mm (breedte) x 530 mm (hoogte) x 325 mm (diepte) Gewicht (product) 5 kg voor model met socket, 6,8 kg model met vaste kabel Gewicht met verpakking 7,1 kg voor model met socket, 8,9 kg model met vaste kabel Afmetingen...
  • Pagina 14: Installatie Laadstation

    6 – INSTALLATIE LAADSTATION 6.1 – INHOUD DOOS LAADSTATION EN KABEL Socket Model Kabel model 6.2 – GELEVERD INSTALLATIEMATERIAAL EN TOEBEHOREN Naam accessoire/materiaal gebruik voor: aantal voorbeeld Plug (M8x50 Plastic Montage van laadstation aan de muur Deuvels) Torx T25 veiligheidsschroef Montage van laadstation aan de (M6x75) muur...
  • Pagina 15 (Optionele) aarde-sleutel Openen aardedeksel LAN-kabelverbinding RJ45 Mannelijke Connector - Optioneel Montage sjabloon Bevestiging van het laadstation aan de muur Bevestiging van het laadstation aan O-Ring het voetstuk Schroef M6X20 Bevestiging van het laadstation aan het voetstuk Montage en aarding van de lader, die op een metalen oppervlak wordt gemonteerd.
  • Pagina 16: Product Installatie Stappen

    6.3 – PRODUCT INSTALLATIE STAPPEN LET OP! • Zorg ervoor dat de aardingsweerstand van de installatie minder dan 100 ohm bedraagt. • Lees deze instructies voordat u uw laadpunt aan de muur monteert. • Monteer uw laadpunt niet aan het plafond of aan een schuine wand. •...
  • Pagina 17 1- Open de klep aan de voorkant van het product volgens de instructies voor het openen van de klep. 2- Centreer het Laadpunt met behulp van het uitlijn-sjabloon en markeer de boorgaten met een potlood. 3- Boor de wand op de gemarkeerde punten met de klopboormachine (8 mm boor). 4- Plaats de pluggen in de gaten.
  • Pagina 18: Wandmontage

    Wandmontage is mogelijk voor EASY CHARGE OVAL...
  • Pagina 19 AC Hoofd kabel Data kabel...
  • Pagina 21: 3- Enkelfase Laadpunt - Ac Voeding

    6.3.3 ENKELFASE LAADPUNT – AC VOEDING 1- Steek de kabels in het klemmenblok zoals op de afbeelding. Controleer de onderstaande tabel om het nummer van de elektrische klemmen af te stemmen op de kleur van de AC-kabel. 2- Draai de schroeven op het klemmenblok vast zoals afgebeeld met een aandraaimoment van 2,5 Nm.
  • Pagina 22 Voor een eenfasige It Grid-installatie moet het onderstaande bedradingsschema worden gebruikt. Ook moet het aardingstype worden ingesteld op "IT Grid" in het menu "Installatie-instellingen" in het gebruikersprofiel.
  • Pagina 23: 4- Driefase Laadpunt - Ac Voeding

    6.3.4 – DRIEFASE LAADPUNT – AC VOEDING 1- Steek de kabels in het klemmenblok zoals aangegeven in de afbeelding. 2- Draai de schroeven op het klemmenblok vast zoals aangegeven in de afbeelding met een aandraaimoment van 2,5Nm. Elektrische aansluiting AC kabel kleur AC L3 (Grijs) AC L2 (Zwart) AC L1 (Bruin)
  • Pagina 24: Afstelling Van De Stroombegrenzer

    6.3.5 - AFSTELLING VAN DE STROOMBEGRENZER De pijl in het midden van de draaischakelaar moet door voorzichtig draaien met een platte schroevendraaier (puntbreedte 2,0-2,5 mm) in de stand van de gewenste stroomsterkte worden gezet. De stroombegrenzer van het apparaat is standaard ingesteld op 16A in de productie.
  • Pagina 25: Vergrendelde Kabelfunctie (Model Socket)

    Korte beschrijvingen van de instellingen van de DIP-switch staan in onderstaande tabel Pin nummer Omschrijving Pin-1 Gereserveerd Pin-2 Externe vrijgave ingang functionaliteit Pin-3 Vergrendelde kabelfunctie (alleen voor socket modellen) Pin-4-5-6 Power Optimizer (Optionele accessoires vereist) Verwijder de rubberen kurk van de wartel Steek de kabel door de kabelgaten Steek de kabel door de gaten in de behuizing van de aardlekschakelaar...
  • Pagina 26 Uw Laadpunt heeft een externe potentiële vrije in-/uitschakelingsfunctie die kan worden gebruikt voor de integratie van uw laadpunt in een automatiseringssysteem van een parkeergarage, rimpelspanning controle apparatuur, tijdschakelaars, zonnepaneel omvormers, schakelaars voor de regeling van hulp laden, externe sleutelschakelaars enz. DIP-switch positie 2 wordt gebruikt voor het in- en uitschakelen van deze functionaliteit.
  • Pagina 27 Figuur-14 Systeem Als de RL in geleidende toestand is (gesloten), zal het laadpunt het elektrische voertuig niet kunnen opladen. U kunt potentiaal vrije ingangssignalen aansluiten zoals in bovenstaande schakeling. Zie paragraaf 6.3.6.1-Aansluiting datakabel. Kabel invoer Kabel kleur 1 (CN2-1) Groen 2 (CN2-2) Groen + wit groen...
  • Pagina 28 De kabel wordt vergrendeld en uw socket model gaat zich gedragen als een kabelmodel. Open het deksel zoals beschreven in de Zet het Laadpunt uit. installatiegids Zet de DIP-SWITCH pen 3 op ON met een Sluit het deksel van het product zoals puntig gereedschap om de vergrendelde beschreven in de installatiehandleiding.
  • Pagina 29: Power Optimizer (Requires Optional Accessories)

    6.3.6.4 - PoWeR oPtIMIZeR (ReQUIRes oPtIonAL ACCessoRIes) Het laadpunt heeft de mogelijkheid om met verschillende accessoires de belasting afzonderlijk te verdelen. Power Optimizer met Externe MID meter Power Optimizer met Externe stroomtransformator (CT) Om de power optimizer in te stellen, moet de schuifschakelaar (moduskeuzeschakelaar- SW3) op de besturingskaart in stand 1 of 2 staan, zoals getoond in figuur-17.
  • Pagina 30 DIP-Switch Posities Stroom grenswaarde Stroom optimalisatie...
  • Pagina 31 *Deze figuren gelden voor varianten zonder geïntegreerde aardlekschakelaar. Als het laadstation een geïntegreerde aardlekschakelaar heeft, is het niet nodig om een extra aardlekschakelaar in de stroomleiding op te nemen. Power Optimizer Meter moet net na de hoofdschakelaar van het huis worden geplaatst, zoals aangegeven in figuur 19.
  • Pagina 32 4 3 2 1 Kabel aansluiting Kabel kleur Omschrijving 6 (CN20-2) A (COM) Wit Blauw 5 (CN20-1) B (COM) Blauw...
  • Pagina 33: Instellingen Van De Moduskeuzeschakelaar

    6.3.7 - INSTELLINGEN VAN DE MODUSKEUZESCHAKELAAR Dit laadstation heeft 3 modus. Voor standaard laden moet de moduskeuze in stand 1 staan. 1. Bedrijfsmodus 1 (standaard opladen): Deze modus is de standaard configuratie. Wanneer deze modus is geselecteerd, ondersteunt het laadstation geen piek-/ daluren of dynamische TIC-laadscenario's.
  • Pagina 34: Afscherming Overcapaciteit

    6.3.8 – AFSCHERMING OVERCAPACITEIT Dit laadstation ondersteunt capaciteitsverdelingsfunctionaliteiten die onmiddellijke laadstroom reductie biedt in geval van beperkte toevoer. De afschakelfunctie kan in elke modus worden gebruikt, inclusief stand-alone en OCPP-contactmodi. Het signaal voor het opheffen van de belasting is een droog contact dat extern moet worden aangeboden en moet worden aangesloten op de klemmen 3 en 4 van de voedingskaart, zoals weergegeven in figuur 23.
  • Pagina 35: Storing In Gelaste Relais

    6.3.9 - STORING IN GELASTE RELAIS Volgens IEC 61851-1 en EV/ZE Ready vereisten, heeft Easy Charge Oval-laadstation een lascontactdetectiefunctie en in geval van een lascontact wordt een shunt trip 230V signaal geleverd door de hoofdprintplaat. Om een storing in het lascontact voor de relais te detecteren, moeten de uitgangsklemmen van de CN33 connector worden gebruikt.
  • Pagina 36: Fabrieksreset

    6.3.10 - FABRIEKSRESET oor een fabrieksreset moet u op de hieronder afgebeelde knop op het HMI-board drukken. Als u de knop 5 seconden ingedrukt houdt, wordt de gebruikersconfiguratie teruggezet naar de fabrieksconfiguratie. (OCPP-config, netwerkconfiguratie wordt teruggezet naar de fabrieksconfiguratie). Als u uw master RFID-kaart verliest en een nieuwe master RFID-kaart moet registreren, moet u de onderstaande stappen uitvoeren door uw bevoegde servicetechnicus.
  • Pagina 37: Ehthernetpoort Instellen Standalone Modus

    6.3.12 – EHTHERNETPOORT INSTELLEN STANDALONE MODUS Het LAADPUNT is in de fabriek voor geconfigureerd op DHCP-modus. Als u rechtstreeks met een computer verbinding moet maken met de webconfiguratie-interface van het laadstation, in plaats van een router met DHCP-server te gebruiken, moeten de onderstaande stappen worden gevolgd: •...
  • Pagina 38: Ethernetserieschakeling (Optioneel)

    schakelaar in de stand "ON" staan, zoals getoond in figuur-29. figuur-29 6.3.14 – ETHERNETSERIESCHAKELING (OPTIONEEL) Daisy-Chain is een bedradingsmethode van de apparaten in een netwerk. Het biedt de mogelijkheid om heel gemakkelijk apparaten aan het netwerk toe te voegen of eruit te verwijderen.
  • Pagina 39: Ocpp Verbinding (Optioneel)

    EVC-1 EVC-2 EVC-3 EVC-4 EVC-E INTERNET REMOTE PC Figuur-31: Daisy-Chain connective gebaseerd op doorverbinding In een lineaire topologie zijn de apparaten in serie met elkaar verbonden; als een van hen wordt uitgeschakeld of een stroomonderbreking heeft, zullen de overige apparaten die de hoofdnetwerkverbinding van dit apparaat krijgen, de verbinding met andere apparaten verliezen.
  • Pagina 40 Voer de kabel in door de wartel Voer de kabel door zoals aangegeven in onderstaande afbeelding Knip met de krimptang het uiteinde Strip ongeveer 1,5 cm van de mantel van de kabel af, zodat de uiteinden van van de kabel met behulp van een de geleide draden gelijk liggen.
  • Pagina 41 Steek de afgeplatte, gerangschikte draden Controleer of de draadeinden die uit voorzichtig in de connector en duw hem de pinzijde van de connector komen in erdoor tot de draaduiteinden uit de pinnen de juiste volgorde zitten. Als u zich komen. realiseert dat er een fout is gemaakt in de volgorde van de draden, moet u de connector afknippen en opnieuw...
  • Pagina 42: Inbedrijfstelling

    6.5 – INBEDRIJFSSTELLING Als u de webconfiguratie-interface van het laadpunt wilt aansluiten, hebt u twee opties; a. U kunt uw PC rechtstreeks aansluiten op het laadpunt met behulp van een Ethernetkabel. Als u voor deze optie kiest, zorg er dan voor dat u de LAN-interface van uw laapdunt correct hebt geconFiguurerd op statische IP door de stappen te volgen in paragraaf "ETHERNET PORT OF CHARGER SETTING TO STATIC IP IN STANDALONE USAGE MODE"...
  • Pagina 43: Verbind Pc Met Het Hetzelfde Netwerk

    6.5.1. – VERBIND PC MET HET HETZELFDE NETWERK Om toegang te krijgen tot de web configuratie interface, moet u eerst uw PC en EV lader aansluiten OP dezelfde ethernet switch of de EV lader rechtstreeks aansluiten op uw PC. Figuur-3 Het standaard IP-adres van de HMI-kaart is 192.168.0.10.
  • Pagina 44: Open Webconfiguratie Met Browser

    6.5.2. OPEN WEBCONFIGURATIE MET BROWSER Open uw webbrowser en typ 192.168.0.10, het IP-adres van het smartboard. U ziet een inlogpagina in uw browser; Wanneer u voor het eerst naar de webconfiguratie-interface gaat, ziet u de waarschuwing "Wij raden u aan uw standaardwachtwoord te wijzigen via het onderhoudsmenu van het systeem".
  • Pagina 45: Open Webconfiguratie Via Wifi Hotspot

    Figuur-36 6.5.3. OPEN WEBCONFIGURATIE VIA WIFI HOTSPOT Voor deze eenheid is de WiFi Hotspot functie ingeschakeld door de fabrieksconfiguratie en "aanzetten tijdens opstarten" is 10 minuten wat betekent dat tijdens elke power cycle van het laadpunt, configuratie WiFi hotspot wordt geactiveerd gedurende 10 minuten voor configuratie van het laadstation.
  • Pagina 46: Web Configuration Interface

    Figuur-37 De gebruikersnaam en het wachtwoord voor de webconfiguratie-interface zijn zoals hieronder aangegeven. • User Name: admin • Password: admin opmerking: Maximaal 3 gebruikers kunnen verbinding maken met de WEB-configuratie- interface via Wi-Fi hotspot. Het steunt 2.4Ghz. 6.6. WEB CONFIGURATION INTERFACE 6.6.1 HOOFDPAGINA Nadat u met succes bent ingelogd, wordt u naar de hoofdpagina geleid.
  • Pagina 47: Instellingen Helderheid Display

    De technicus kan de displaytaal selecteren in de algemene instellingen. De beschikbare talen voor de displaytaal zijn vooralsnog zoals weergegeven in onderstaande figuur. Na selectie van de taal kan de gebruiker de selectie opslaan met de "Opslaan knop". Figuur-38 6.6.2.2 INSTELLINGEN HELDERHEID DISPLAY De technicus kan het helderheidsniveau van het display aanpassen door de gewenste optie in het uitklapmenu te selecteren.
  • Pagina 48: Led Dim Instellingen

    6.6.2.3. LED DIM INSTELLINGEN De technicus kan het helderheidsniveau van de Led-ring aanpassen door de gewenste optie Als de technicus het Led-dimniveau als "Tijdsgebaseerd" selecteert, worden de selecties voor zonsopgang en zonsondergang getoond en kunnen deze worden geconfigureerd. De "Sunrise Time" bepaalt de overgangstijd van laag naar hoog achtergrondlichtniveau. Evenzo bepaalt de "Sunset Time"...
  • Pagina 49: Thema Display

    You can make display theme selection from “Display Theme” menu as shown below. 6.6.2.5. THEMA DISPLAY Figuur-42 6.6.2.6. DISPLAY SERVICE CONTACT Technician can enter the requested contact info of the service from this menu to be able to shown in display. Figuur-43...
  • Pagina 50: Logo Instellingen

    6.4.1.1 Technician can change the display logo of the station from the logo settings by uploading the required logo. T 6.6.2.7. LOGO INSTELLINGEN Een nieuw logo moet in 80x80 pixels en .png formaat zijn. 6.6.2.8. DISPLAY QR-CODE U kunt QR code uploaden of verwijderen via de algemene instellingen pagina. Figuur-45 - 51...
  • Pagina 51: Aardingssysteem

    6.6.3. MONTAGE HANDLEIDINGEN 6.6.3.1. AARDINGSYSTEEM Tabblad Aardingssysteem in de webconfiguratie-interface. Als Aardingstype is geselecteerd als IT, is de controle op aardingsfouten uitgeschakeld. In de webconfiguratie-interface is het aardingstype standaard "TN/TT". Figuur-46 6.6.3.2. HUIDIGE LIMIET INSTELLINGEN In dit menu kan de informatie over de huidige begrenzerfase worden aangepast. Ook de waarde van de stroombegrenzer kan handmatig worden ingesteld tussen 6-32A.
  • Pagina 52: Ongebalanceerde Laaddetectie

    6.6.3.3. ONGEBALANCEERDE LAADDETECTIE Deze functie is standaard uitgeschakeld in de webconfiguratie-interface. Als een fase meer dan 4,6 kW stroom trekt (gemiddelde van de laatste minuut) dan de andere fasen, is er sprake van een onevenwichtige belasting. Met deze functie wordt deze situatie gedetecteerd en wordt de stroom beperkt zodat de fasen deze grenswaarde niet overschrijden.
  • Pagina 53: Extern Ingeschakelde Ingang

    6.6.3.4. EXTERN INGESCHAKELDE INGANG De standaardwaarde voor deze optie is uitgeschakeld, maar als de gebruiker de externe inschakelingsfunctie gebruiken, moet instelling worden ingesteld "ingeschakeld". Figuur-49...
  • Pagina 54: Vergrendelde Kabel

    6.6.3.5. VERGRENDELDE KABEL Deze optie is standaard uitgeschakeld in de gebruikersinterface van de webconfiguratie. Figuur-50 6.6.3.6. LAADDETECTIEMODUS EN POWEROPTIMIZER CONFIG. Voor de totale stroombegrenzing van de Power Optimizer kan de waarde vermeld in hoofdstuk "POWER OPTIMIZER" worden ingesteld via de webconfiguratie-interface, zoals weergegeven in onderstaande figuur.
  • Pagina 55: Locatie

    6.6.3.7. LOCATIE In dit deel kunt u Locatie selecteren uit Webconfiguratie. De opties zijn Binnen en Buiten. Figuur-52 6.6.3.8. AFSCHERMING OVERCAPACITEIT In dit deel kunt u Load Shedding Minimum Current van Web configuration selecteren. Deze parameter kan waarden aannemen tussen 0 en Current Limiter Value.Current Limiter Value kan worden ingesteld op Current Limiter Settings.
  • Pagina 56: Aanpassen Ocpp Instellingen Apparaat

    6.6.4 – AANPASSEN OCPP INSTELLINGEN APPARAAT APPARAAT OCPP-verbinding: Als je de modus selecteert als "Ingeschakeld"; moet je alle velden in de verbindingsinstellingen en configuratieparameters secties hieronder inschakelen. Op dit moment is de enige beschikbare OCPP versie OCPP 1.6, dus die wordt standaard geselecteerd.
  • Pagina 57 Je kunt de OCPP configuratie parameters op hun standaardwaarden zetten door te klikken op "Set to Defaults". Je kunt het gewenste type OCPP instellingen selecteren in het menu aan de linkerkant van de pagina. Bijvoorbeeld OCPP Connection, OCPP Version, Connection Settings en OCPP Configuration Parameters.
  • Pagina 58: Aanpassen Netwerk Koppelingen Instellingen Apparaat

    Ook als u wijzigingen aanbrengt en deze niet opslaat voordat u die pagina verlaat, krijgt u de waarschuwing te zien zoals hieronder. Figuur-56 6.6.5 – AANPASSEN NETWERK KOPPELINGEN INSTELLINGEN APPARAAT Er zijn drie soorten netwerkinterfaces op deze pagina: Cellulair, Ethernet, Wi-Fi en Wi-Fi Hotspot.
  • Pagina 59 Figuur-58 WLAN Figuur-59 Als u klaar bent, klikt u op de knop “Opslaan”.
  • Pagina 60: Wifi Hot-Spot

    WIFI Hot-Spot Details worden beschreven in hoofdstuk "OPENEN WEB CONFIGURATIE INTERFACE VIA WIFI HOTSPOT". Figuur-60 6.6.6 – INSTELLINGEN ZELFSTANDIGE MODUS APPARAAT Als u OCPP eerder hebt ingesteld als ingeschakeld in de OCPP-instellingen, kan de stand-alone modus niet worden geselecteerd. De moduslijst en de knop "Opslaan" worden in dat geval uitgeschakeld.
  • Pagina 61 Figuur-61 Figuur-62...
  • Pagina 62: Lokaal Loadmanagement Apparaat

    Elk laadpunt moet een ander IP-adres hebben. Modbus TCP-communicatiepoortnummer is 502 en Modbus Unit ID is 255 voor Ve Alp Easy Charge Oval laadpunten. Er kan altijd maar één actieve Modbus-masterverbinding zijn. Wanneer een nieuwe Modbus-verbinding tot stand wordt gebracht, moet de master onmiddellijk de registers Failsafe Current, Failsafe Timeout en Charging Current instellen.
  • Pagina 63: Dynamischbeheer

    Figuur-64 Er zijn 2 verschillende soorten netwerktopologieën beschikbaar voor het verbinden van meerdere Alp Easy Charge Oval laadstations in master/slave clusters. Afhankelijk van de behoeften van de klant kan één van deze alternatieven worden gekozen. 6.6.7.4.1 – STERAANSLUITING 6.4.2.1...
  • Pagina 64: Statische Ondersteuning

    6.6.7.4.1 – STATISCHE ONDERSTEUNING Figuur-65 Local Load Management configuratie van statische toevoer. 6.6.7.4.2 – DYNAMISCHE ONDERSTEUNING Figuur-66...
  • Pagina 65: Doorlussen (Serie)

    6.6.7.5 – DOORLUSSEN (SERIE) Daisy chain topologie heeft bekabeling nodig tussen elk laadpunt als in en uit verbinding. Om daisy chain topologie te kunnen gebruiken, heeft het laadstation een optionele daisy chain twee-poorts switch board nodig. Voor de verbinding van elk laadstation in serietopologie, kunnen Cat5e of Cat6 Ethernet-kabels worden gebruikt tot 100 meter elk.
  • Pagina 66: Configuratie Van Volgend Laadpunt

    6.6.7.5.3 – CONFIGURATIE VAN VOLGEND LAADPUNT The Het laadpunt is in de fabriek voorgeconfigureerd op DHCP-modus. Als u rechtstreeks met een computer verbinding moet maken met de webconfiguratie-interface van het laadpunt, in plaats van een router met DHCP-server te gebruiken, moeten de onderstaande stappen worden gevolgd: •...
  • Pagina 67 Figuur-70 Figuur-71...
  • Pagina 68: Configuratie Van Leidend

    Figuur-72 6.6.7.5.4 – CONFIGURATIE VAN LEIDEND LAADPUNT De slave laadpunt moeten worden ingesteld als DHCP-client zoals in onderstaande afbeelding. Merk op dat deze instelling de verbinding met de configuratie-webinterface van het laadstation verbreekt, dus het laadpunt is in de fabriek voorgeconfigureerd op DHCP-modus.
  • Pagina 69 U kunt het systeem binnengaan met: Standaard gebruikersnaam = admin Standaard wachtwoord = admin U kunt het wachtwoord wijzigen met de knop Wachtwoord wijzigen op de inlogpagina of het Beheerderswachtwoord in het tabblad Systeemonderhoud. Let op: Voor problemen met de toegankelijkheid van de webconfiguratie-interface; webbrowsers slaan gewoonlijk bepaalde informatie van websites op in hun cache en cookies.
  • Pagina 70 Figuur-75 Master laadpunt heeft extra configuratie-instellingen voor dynamische belastingsbeheer groep. De waarde "DLM Total Current Limit Per Phase" moet worden ingesteld op de maximaal toegestane stroom die kan worden onttrokken aan het stroomopwaartse elektrische circuit. "Supply Type" moet worden ingesteld overeenkomstig het type belastingsbeheer, zoals "statische"...
  • Pagina 71 Figuur-77 De juiste modus voor belastingsbeheer kan worden gekozen uit drie opties: "Gelijk gedeeld", "First in First out" en "Gecombineerd". Voor de gecombineerde modus is een extra configuratie nodig zoals "Fifo Charging Percentage" die de verdeling tussen gelijk gedeeld en first in first out berekeningen van het load management algoritme beïnvloedt. Figuur-78 Er zijn 3 verschillende scenario's voor het gebruik van belastingsbeheer:...
  • Pagina 72: Gelijk Verdeeld

    6.6.7.6 – GELIJK VERDEELD All Alle beschikbare stroom wordt gelijkmatig verdeeld over alle aangesloten EV's. Dit is meer geschikt voor laadpunten op de werkplek of in flatgebouwen waar de auto's gedurende een aanzienlijke periode geparkeerd staan. Figuur-79 6.6.7.7 – FIFO (FIRSTIN-FIRSTOUT) Dit type laadbeheer is meer gericht op wagenparken om hen meer volledig opgeladen EV's te laten hebben wanneer ze die nodig hebben.
  • Pagina 73: Gecombineerd Load Management

    6.6.7.8 – GECOMBINEERD LOAD MANAGEMENT Gecombineerd laadbeheer is een combinatie van FiFo en gelijk gedeelde methoden. Er kan een percentage van het totale vermogen voor de EV-laadcluster worden vastgesteld en dit percentage van het totale vermogen wordt verdeeld over alle EV's volgens FıFo en het resterende vermogen wordt als gelijk gedeelde hoofdsom aan alle EV's geleverd.
  • Pagina 74 Figuur-83 Als de geselecteerde connector voorrang moet krijgen op de andere laadstations, kunt u "VIP-opladen" als ingeschakeld instellen, zoals in de onderstaande afbeelding. Figuur-84 Figure-85...
  • Pagina 75 Voor het instellen van de werkelijke fase-aansluitvolgorde van elk laadstation, moet u de juiste volgorde selecteren in het dropdown-menu zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding. Als het laadstation slechts één fase heeft, hoeft u alleen het juiste fasenummer te selecteren in het dropdown-menu.
  • Pagina 76: Systeemonderhoud Van Het Apparaat

    6.6.8 – SYSTEEMONDERHOUD VAN HET APPARAAT Op de logbestanden pagina kunt u OCPP of HMI logs downloaden door op de knoppen te klikken. download logbestanden worden na enkele seconden getoond. Figuur-88 Op de firmwire update pagina, kunt u het firmware update bestand uploaden van uw pc door te klikken op "upload"...
  • Pagina 77: Firmware Update Scherm Flow (Bij Display Modellen)

    Wanneer de update is gestart, zal de LED-indicatie van uw lader te zien zijn als constant groen of constant rood. Als uw lader een display heeft, kunt u het firmware update scherm op het display zien. Zie de sectie Firmware UptadeScreen Flow. Nadat de firmware-update is voltooid, start uw lader automatisch opnieuw op.
  • Pagina 78 Op de configuratie en backup pagina kunt u een backup maken van het systeem. Als u wilt herstellen kunt u op de “restore config file” knop klikken en het backup bestand uploaden. Het systeem accepteert alleen de .bak-bestanden. Figuur-91 Op de systeem reset pagina, kunt u zachte reset en harde reset maken door op de knoppen te klikken.
  • Pagina 79 In de administratie wachtwoord pagina, kunt u het web config's login wachtwoord wijzigen. Het nieuwe wachtwoord moet ten minste 1 kleine letter, 1 hoofdletter, 1 numeriek karakter en minimaal 6 tekens bevatten. Alle spaties zijn verplicht. Figuur-93 Op de configuratiepagina van de fabrieksinstellingen, kunt u het apparaat opnieuw instellen.
  • Pagina 80 4814RE Breda Netherlands...

Inhoudsopgave