Zorg ervoor dat de gespecificeerde stroomonderbreker en aardlekschakelaar zijn aangesloten op
•
het elektriciteitsnet van het gebouw om het risico op explosie en elektrische schokken te
voorkomen.
Het laagste deel van de wandcontactdoos bevindt zich op een hoogte tussen 0,5 m en 1,5 m boven
•
het maaiveld.
Adapters of conversie-adapters mogen niet worden gebruikt. Het gebruik van kabelverlengsets/
•
haspel of verlengsnoer is ook niet toegestaan
•
Het Laadpunt moet worden aangesloten op een centraal geaard systeem. De aardleiding waar
het Laadpunt binnenkomt, moet worden aangesloten op de aardingslip in de lader. Deze moet
aangesloten worden op de aardingsstaaf of -kabel op het Laadpunt. Aansluitingen op het
Laadpunt zijn de verantwoordelijkheid van de installateur en koper.
•
Om het risico van elektrische schokken te verminderen, het Laadpunt aansluiten op goed
geaarde stopcontacten.
•
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het Laadpunt tijdens de installatie en gebruik het constant en
goed geaard is.
Zorg ervoor dat de laadkabel aan de kant van het Laadpunt compatibel is met het type 2 socket. Een
•
beschadigde laadkabel kan brand veroorzaken of u een elektrische schok geven. Gebruik dit product
niet als de flexibele laadkabel of voertuigkabel gerafeld is, een gebroken isolatie heeft of andere
tekenen van schade vertoont.
Zorg ervoor dat de laadkabel goed geplaatst is, zodat er niet op gestapt wordt, er niet over gestruikeld
•
wordt en er geen schade ontstaat.
Trek niet met kracht aan de laadkabel en beschadig hem niet met scherpe voorwerpen.
•
Raak de voedingskabel/stekker of voertuigkabel nooit met natte handen aan, omdat dit kortsluiting of
•
een elektrische schok kan veroorzaken.
Gebruik dit apparaat niet met een verlengkabel om brand of een elektrische schok te voorkomen. Als
•
de laadkabel of het voertuigkabel beschadigd is, moet het door de fabrikant, de leverancier of
gekwalificeerde personen worden vervangen om gevaar te voorkomen.
1.4 WANDMONTAGE WAARSCHUWINGEN
Lees de instructies voordat u uw Laadpunt aan de muur monteert.
•
Installeer het Laadpunt niet aan een plafond of een schuine wand.
•
Gebruik de voorgeschreven schroeven en andere accessoires voor wandmontage.
•
Deze unit is geschikt voor installatie binnen of buiten. Als deze unit buiten wordt gemonteerd, moet de
•
hardware voor het aansluiten van de leidingen op de unit geschikt zijn voor installatie buitenshuis en
correct worden geïnstalleerd om de juiste IP-classificatie van de unit te behouden.
3