2.3.1.1 Type vlamboog bij traploos lassen
Bij conventionele lasapparaten (fig. A):
1) Sproeiboog (1):
bij hoog argonhoudende menggassen of inerte gassen
2) Lange boog (2)
bij CO
of menggassen met hoog CO
2
Bij EMIGMA PULS
normaallassen (conventioneel)" (fig. B):
minder spatten
minder nabewerking na het lassen
Door gerichte maatregelen op regeltechnisch gebied
wordt het kritische bereik van de overgangsboog, waar
veel spatten blijven kleven, tot een minimum beperkt. Het
werkgebied met
de beste lasresultaten wordt alzo
wezenlijk verruimd.
Aanvullend staan er bij conventioneel lassen twee
laswerkwijzen ter beschikking. Die onderscheiden zich
voornamelijk in warmteïnbreng en vlambooglengte.
SYN.ARC
- Conventionele vlamboog
- Geoptimaliseerd voor handmatig lassen
- Zeer betrouwbaar te hanteren
- Universeel inzetbaar
- Robuust, compenseert toleranties
- Vlakke naadgeometrie
- Standaard
SMART.ARC
- Conventionele vlamboog
- Korte, drukvolle vlamboog
- Diepe inbranding, betrouwbare grondnaad
- Lassen met lange stick out
- Geen randinkarteling
- Verminderde warmteïnbreng
- Zeer goede smeltbadcontrole
gehalte
2
apparaten in de stand "MIG-
11