2.3
MIG/MAG normaallassen (conventioneel / traploos)
In deze schakelstand werkt de EMIGMA PULS uitsluitend als traploos regelbaar MIG/MAG- apparaat.
Symbool:
Werkingsprincipe en types vlamboog
In tegenstelling tot het pulslassen wordt bij traploos lassen met een constantespanning-kenlijn gewerkt.
Afhankelijk van het gekozen vlamboogvermogen en het gebruikte beschermgas worden toch zeer ver-
schillende materiaalovergangen en daarmee verschillende vlamboogsoorten tot stand gebracht.
Materiaalovergang en gebruik van de verschillende vlamboogtypes:
-
Kortsluitboog:
fijne druppels, gelijkmatig in kortsluiting.
vanwege de geringe warmte-inbreng zeer goed toepasbaar bij dunne staalplaten, bij stapelend lassen
en bij lassen van grondnaden.
-
Overgangsboog:
onregelmatige materiaalovergang van fijne tot grove druppels,
daarom moet dit bereik vermeden worden.
-
Lange vlamboog:
onregelmatige materiaalovergang met grove druppels.
geschikt voor het lassen met CO
-
Sproeiboog:
fijne tot zeer fijne druppels gaan gelijkmatig, zonder kortsluiting en daarom zonder spatten, over naar
het werkstuk. Zorgt voor een diepe inbranding, hoge afsmelting en grote warmte-inbreng.
Te gebruiken bij vul- en deklagen in de PA-positie (horizontaal, onder de hand) bij staal, bij aluminium
ook voor stapellassen bruikbaar vanwege de zeer snelle warmteafvoer.
2.3.1 Traploos MIG/MAG lassen (conventioneel) met synergie- kenlijnen
De EMIGMA PULS lasapparaten zijn van een groot aantal voorgeprogrammeerde synergische kenlijnen
voorzien. Daardoor kunnen alle gebruikelijke materialen eenvoudig en optimaal traploos gelast worden.
, of menggassen met een hoog CO
2
10
gehalte.
2