2.3.
PLAATS VAN INSTALLATIE
Voor een correcte werking en een goede warmteverdeling moet de
kachel worden geïnstalleerd op een plaats, waar de lucht, noodzakelijk
voor de verbranding van de houtkorrels, kan binnen stromen
(beschikbaarheid
van
installatienorm en met de nationaal geldige normen.
Het volume van de plaats mag niet kleiner zijn dan 30 m
De lucht moet binnenstromenn doorheen permanent gebruikte
openingen in de muren (in de nabijheid van de kachel), die uitgeven
naar buiten en een minimum diameter hebben van 100 cm
luchttoevoeropeningen moeten zodanig zijn ontworpen dat ze geen last
hebben van obstructies. De lucht mag ook worden onttrokken uit
aangrenzende ruimtes van de te verluchten ruimte, op voorwaarde dat
deze zijn voorzien van een buitenluchtinlaat en dat zij noch worden
gebruikt als slaapkamer, noch als badkamer, en dat er geen enkel
brandgevaar bestaat, zoals bijvoorbeeld in een garage, een bergplaats
voor hout of een opslagplaats van brandbare materialen, en dit
overeenkomstig de geldende voorschriften en normen.
De
installatie
badkamers of plaatsen waarin zich een ander
verwarmingstoestel
luchtinlaat (schoorsteen, kachel, enz...) is verboden.
Het is verboden de kachel te installeren in een
ruimte, waarin ontploffingsgevaar bestaat. De vloer
van de ruimte, waarop de kachel wordt geïnstalleerd,
moet op adequate wijze worden aangepast om het
gewicht van de kachel op de vloer te kunnen dragen.
Indien de muren wel van brandbare aard zijn, een ruimte van minimum
20 cm (A) laten tussen de muur en de achterzijde van de kachel, van
50 cm (B) aan de zijkant en 150 cm vooraan.
Maar in de aanwezigheid van bijzonder delicate objecten zoals
meubelen, gordijnen, sofa's, moeten de afstanden aanzienlijk groter
zijn.
In geval van een houten vloer (parket), een
vloerplaat
normen om de vloer te beschermen.
2.4.
AANSLUITING OP DE LUCHTINLAATOPENING
Het is van essentieel belang dat er voldoende lucht in de ruimte
stroomt waarin de kachel wordt geïnstalleerd, zoveel als nodig is voor
de normale verbranding van het toestel en voor de ventilatie van de
ruimte. Dit kan worden bereikt door permanente openingen in de
wanden van de te ventileren ruimte aan te brengen, die direct in
verbinding staan met de buitenlucht, of via afzonderlijke of
gezamenlijke ventilatiekanalen.
Hiertoe moet in de buitenwand in de buurt van de kachel een
afvoeropening worden aangebracht met een vrije doorsnede van
100 cm². (opening diameter van 12 cm of vierkant van 10x10cm),
beschermd door een binnen- en buitenrooster.
De luchtinlaatopening moet bovendien:
Theoretische gegevens voor de installatie
PELLETKACHEL (HOUTKORRELS)
INSTALLATIE- EN BEDIENINGSINSTRUCTIES
ongeveer
40
m
/uur),
3
van
de
kachel
bevindt
zonder
voorzien
conform
conform
met
de
.
3
Deze
2.
in
slaapkamers,
zelfstandige
met
de
geldende
Technische dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Hoofdstuk 2
Blz.
Voorbeeld van installatie van een pelletkachel
Figuur 6 – Luchtinlaatrooster
13