Figuur 1
1. Hydraulische motor
4.
Til de motoren uit de maai-eenheid en leg ze
op een schoon oppervlak. Zorg dat ze niet in
de weg liggen.
Opmerking:
Zorg ervoor dat u de aluminium
koppelingen niet beschadigd.
5.
Verwijder de ster van elastomeer vanuit de
binnenzijde van elke poeliekoppeling. Bewaar
deze voor montage op de nieuwe maai-eenheid
(Figuur
2).
Figuur 2
1. Ster
2. Sternaaf
Opmerking:
Controleer de sternaaf op slijtage
en vervang deze in geval van beschadiging
(Figuur
2).
6.
Koppel de hydraulische slangen los van de
hefcilinders van het zijmaaidek
g011511
2. Montagebouten
g013377
3. Poeliekoppeling
(Figuur
3).
Belangrijk:
Als u de hydraulische slangen
op de hefcilinders aansluit, zorg er dan voor
dat de O-ringen op de juiste plaats zitten en
dat de nippels zijn aangedraaid met 23 tot
26 N∙m.
1. Hefcilinder van het
zijmaaidek
7.
Koppel de kabelboom van de maai-eenheid
los van de kabelboom van de tractie-eenheid
(Figuur
4).
1. Kabelboom
8.
Verwijder eventuele kabelbinders waarmee
de kabelboom van de maai-eenheid aan
andere componenten van de tractie-eenheid is
bevestigd.
9.
Verwijder de R-pennen waarmee de dempers
aan de hefarmen van het maaidek zijn bevestigd
(Figuur
5).
3
Figuur 3
2. Hydraulische slangen
Figuur 4
2. Kabelbinder
g013378
g013379