10 Praktische tips voor gebruik
De hieronder vermelde praktische tips omvatten slechts een deel van de verschillende toepassingen
van EMIGMA PULS SMART beschermgas-lasinstallaties. Voor vragen over specifieke laswerkzaam-
heden, materialen, beschermgassen of lasinstallaties wordt verwezen naar de vakliteratuur of adviezen
van Lastek Belgium Nv.
10.1
Lasbare materialen
Met de EMIGMA PULS SMART beschermgas-lasinstallaties kunnen alle gangbare materialen worden
gelast, bv. gelegeerde en ongelegeerde staalsoorten, RVS en aluminium.
10.2
Draadelektroden
Voor MIG/MAG-lassen worden verschillende draaddiameters en materialen aangeboden en gebruikt.
De draaddiameter is afhankelijk van de dikte van het basismateriaal en de benodigde lasstroom.
Het materiaal van de draadelektrode wordt gekozen aan de hand van het basismateriaal en de ge-
wenste kwaliteit van de lasnaad.
De meest gangbare materialen met draaddiameter en de resp. specificaties vindt u in de vakliteratuur.
10.3
Beschermgassen
Voor het lassen van staal wordt hoofdzakelijk gebruik gemaakt van een menggas van 82% Argon +
18% CO
, voor RVS een menggas van 98% Argon + 2% CO
2
De benodigde hoeveelheid beschermgas hangt af van de diameter van de toegepaste elektrode, de
diameter van het gasmondstuk de hoogte van de lasstroom en de eventuele luchtverplaatsing in de
werkplaats.
Als vuistregel voor de instelling van het gas geldt:
Bij staal:
draaddiameter x 10 = gashoeveelheid in liter/minuut
Bij RVS:
draaddiameter x 11 = gashoeveelheid in liter/minuut
Bij aluminium:
draaddiameter x 12 = gashoeveelheid in liter/minuut
58
, en voor aluminium zuiver lasargon.
2