Functies van de lasinstallatie
5
5.1
Circulatie waterkoeling met bewaking
De EMIGMA PULS SMART, EMIGMA PULS beschermgas-lasinstallaties zijn standaard uitgerust met
een circulatie waterkoeling voor het laspistool.
De werking van de koeling wordt permanent bewaakt met een debietmeter.
Bij onvoldoende doorstroming door te lage druk wordt de lasstroom uitgeschakeld. Dit wordt aangege-
ven met de storingsmelding
herstellen van een lekkage of een verwijderen van een knik in de waterslang), kan de storingsmelding
alleen worden teruggezet door de installatie 1 of meerderer keren opnieuw in te schakelen.
5.2
Filteren van het koelcircuit
Bij het vullen wordt de verontreinigde koelvloeistof door een fijne zeef gereinigd. Het laspistool wordt
op deze manier beschermd tegen verontreiniging en bovendien worden de betrouwbaarheid en de le-
vensduur verhoogd.
5.3
Stand-by modus van de installatie
Door de stand-by modus wordt een energiebesparing en minder geluidsoverlast gerealiseerd
en wordt tevens de levensduur van de waterpomp en de ventilatoren verlengd.
5.3.1
Ventilatoren
Speciale parameter SP 27: Positie Aan
De ventilatoren zijn permanent ingeschakeld (continu bedrijf).
Speciale parameter SP 27: Positie AUT (automatisch)
De ventilatoren worden naar behoefte in- of uitgeschakeld.
Bij het begin van het lassen worden de ventilatoren altijd ingeschakeld.
De ventilatoren worden na het lassen na een bepaalde tijd uitgeschakeld zodat de interne componen-
ten altijd voldoende gekoeld worden.
5.3.2
Waterpomp
Speciale parameter SP 28: Positie Aan
De waterkoeling van het laspistool wordt permanent ingeschakeld (continu bedrijf).
Speciale parameter SP 28: Positie AUT (automatisch)
De waterkoeling voor het laspistool wordt naar behoefte in- of uitgeschakeld,
Bij het begin van het lassen wordt de waterkoeling altijd ingeschakeld.
De waterkoeling wordt na het lassen na een bepaalde tijd uitgeschakeld zodat het laspistool altijd vol-
doende gekoeld wordt.
5.4
Synergiebesturing
Via de geprogrammeerde en in het vaste geheugen (Flash) opgeslagen gegevens, worden voor elk
arbeidspunt altijd automatisch en op het juiste moment de passende gegevens aan het ontstekings-,
start-, las-, kratervul- en eindprogramma doorgegeven.
Door de synergiebesturing hoeft de gebruiker hiervoor niets te doen.
"
"
ERR H20
. Wanneer de storing is verholpen (bv. door bijvullen met water,
45