UW MACHINE BEDIENEN
Bedieningselementen van de machine
Achteruitnaaitoets
De achteruitnaaitoets heeft verschillende functies afhankelijk van welke steek is geselecteerd.
Nuttige steken (steeknr. 00,03)
Houd de achteruitnaaitoets ingedrukt om achteruit te naaien. Laat de toets los om weer vooruit te naaien. De
machine naait alleen achteruit zolang u de achteruitnaaitoets ingedrukt houdt.
Afhechten
Als u op deze toets drukt, naait de machine onmiddellijk drie afhechtsteken en stopt automatisch.
Nuttige steken (steeknr. 01, 02 en 04–73)
Als u op de achteruitnaaitoets drukt, naait de machine 3 afhechtsteken en stopt dan automatisch.
Functies van het bedieningspaneel
De functies op het bedieningspaneel worden gebruikt om ste-
ken te selecteren en aan te passen. Iedere functie staat hieron-
der vermeld en wordt verder beschreven.
1. Display
2. Steeknummer
3. Steekbreedte/naaldpositie van rechte steek
4. Steeklengte
5. Stekenselectietoetsen
6. Handmatige-insteltoetsen voor steekbreedte/naaldpositie
7. Handmatige-insteltoetsen voor steeklengte
16 – U w Machine Bedienen
Nederlands
2
1
5
3
4
6
7